Examples of using "Sulla" in a sentence and their dutch translations:
Heb je bier?
- Hebt ge een aansteker?
- Heb je een aansteker?
Heb je een vuurtje en een sigaret?
Heb je bier?
Heb je vrienden in je klas?
Hoeveel honger heb je, Tom?
Heb je vrienden in je klas?
Heb je oordopjes bij je?
Heb je een oogje op iemand nu?
Je reageert de laatste tijd nogal traag. Heb je het druk?
- Heeft u een aansteker?
- Heb je een aansteker?
- Hebben jullie een aansteker?
Zijn er mensen bij jou in de klas waar je goed mee overweg kunt?
Ben je vrij dit weekend?
Hoeveel honger heb je?
- Wanneer is het jouw verjaardag?
- Wanneer is je verjaardag?