Examples of using "Lasta" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb drie kinderen.
Ze zochten allen naar het vermiste kind.
Hij heeft drie kinderen.
Wij hebben drie kinderen.
- Wij hebben twee kinderen.
- We hebben twee kinderen.
- Ik ben zwanger.
- Ik ben in verwachting.
Mijn tante had drie kinderen.
Zij heeft zeven zonen.
Twee kinderen zitten op een hek.
Meneer Brown heeft vier kinderen.
Tom behandelt me als een kind.
Ja, we hebben twee kinderen.
Hoeveel kinderen zijn er?
Tom had geen kinderen.
Ik ben getrouwd en heb twee kinderen.
Mary en ik zijn van plan twee kinderen te krijgen.
Ik ben getrouwd en heb twee kinderen.
Ik denk niet dat hij homo is. Hij is getrouwd en heeft drie kinderen.
Het kind is aan radioactieve straling blootgesteld.