Examples of using "Meillä" in a sentence and their dutch translations:
We hebben werk te doen.
We hebben een berg werk te verzetten.
Hadden we maar een auto.
Oké, we hebben een vliegtuig.
We hebben een helikopter.
Hadden we maar een tuin!
- Is het een afspraak?
- Is het een afspraakje?
We hebben haast.
- Wij hebben honger.
- We hebben honger.
We hebben een website.
- Onze tijd is beperkt.
- Onze tijd is gelimiteerd.
Gelukkig hadden we onze noodradio.
Wat hebben we bij ons?
We hebben een missie.
We hebben een verlaten winkel.
Twee opties.
We hebben geen tijd.
We hebben veel tijd.
We hebben geen alternatieven.
Wat hebben we hier?
We hadden een mondeling examen.
Wij hebben drie kinderen.
- Wij hebben twee kinderen.
- We hebben twee kinderen.
We hebben alleen maar thee.
Gisteren hadden we een brandoefening.
We hebben geen haast.
We hebben twee zoons.
We hebben twee dochters.
We hebben een witte kat.
We hebben geen bewijs.
We hebben een groot probleem.
We hebben geen suiker.
We hebben geen geld.
We hebben goed nieuws.
We hebben niets te verbergen.
We hebben een kat en verschillende honden.
...en we hebben deze keer geluk gehad.
Wij allemaal hebben dekens thuis
Je hebt de industrie verpest. -We hebben ook echte bloemen.
Maar we hebben nog een lange weg te gaan.
We hebben nauwelijks genoeg tijd om te ontbijten.
We hebben maar twee dollar.
Ja, we hebben twee kinderen.
We hebben allebei hetzelfde probleem.
We hebben geen geld.
En nu hebben we een probleem.
- Ik heb een uitje met jou te pellen.
- Ik moet een boontje met jou schillen.
- Ik heb met jou een appeltje te schillen.
We hebben examens, meteen na de zomervakantie.
- De dag daarna zaten we allen met een verschrikkelijke kater.
- De dag daarna hadden we allen een verschrikkelijke kater.
We hebben minder dan drie uur.
Ik ben er weer! O, hebben we bezoek?
Wij hebben helemaal niets met elkaar gemeen.
Kom naar mijn huis op het einde van de maand.
We hebben slechts een beperkt aantal neuronen.
- Had ik maar een auto.
- Hadden we maar een auto.
...hebben we de macht om de natuur in hun hart te plaatsen.
We hadden een houten huisje... ...onder de hoogwaterlijn.
Tatoeba: Kom bij de duistere kant. Wij hebben chocoladekoekjes.
We moeten iets hebben waar we voor leven.
Dit was niet een slecht idee, we hadden gewoon pech.
Dit is geweldig. Dat is 'n primeur.
...ondanks de jaren... ...die deze generatie en andere generaties nog overhebben.
We hebben een belangrijke missie en ik heb je hulp nodig.
Tatoeba: We hebben zinnen die ouder zijn dan u.
Aangezien het tegengif is vernietigd hebben we een nieuwe missie.
- We hebben je zo erg gemist.
- Wij hebben je zo erg gemist.
Het is de wijsheid van het lichaam, iets gewoons dat we altijd hebben...
Hoe doe je dat? Stel je voor dat je 2000 vingers hebt.
Op dit moment zijn we bezig.
Gisteren hadden we vissoep met daarbij brood en boter.
Mijn oom komt ons morgen een bezoek brengen.
We hebben nog genoeg tijd, maar laat ons voor de zekerheid een taxi nemen.
Kom naar hier!
Er ontbreekt een vork.
We ontbijten om zeven uur.
We hadden niet alleen honger, maar we leden ook dorst.