Examples of using "Löydä" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan mijn handschoenen niet vinden.
- Ik kan mijn handschoenen niet vinden.
- Ik vind mijn handschoenen niet.
Ik kan Tim niet vinden.
- Ik kan mijn handschoenen niet vinden.
- Ik vind mijn handschoenen niet terug.
Ik kan mijn handtas niet vinden.
Ik vind de clitoris niet bij mijn vriendin.
Of misschien kan hij overdag niet genoeg voedsel vinden.
- Ik heb er geen woorden voor.
- Woorden schieten me tekort.