Examples of using "Kävi" in a sentence and their dutch translations:
Maria ging naar een katholieke middelbare school.
Wat is er gebeurd?
Hij kwam verschillende keren.
Tom bezocht vier landen.
...maar met deze hebben we pech gehad.
- Wie heeft er gezwommen?
- Wie zwom er?
Tom bezocht Maria in Boston.
- Wat denk je dat er met Tom gebeurd is?
- Wat zou er volgens u met Tom gebeurd zijn?
Het bleek waar te zijn.
Dit boek verkocht goed in Japan.
Wat is er gebeurd?
Tom bezocht het Rijksmuseum toen hij in Amsterdam was.
Beter ontdekken we dat nu, voordat we erin zitten.
Dit was niet een slecht idee, we hadden gewoon pech.
Hij is gister naar Tokio gegaan.
Wat is er met Tom gebeurd?
En dan heeft de haai een van haar armen te pakken... ...en doet hij een death roll.
Hij is op een of andere manier afgevallen. Dus ze is hier wel geweest...
Omdat ik voor het eerst sinds lange tijd weer heb gesport, ben ik echt helemaal uitgeput.
Kun je me vertellen wat er gebeurd is?