Examples of using "Luona" in a sentence and their dutch translations:
Ik logeerde bij mijn oom tijdens de zomer.
Blijf bij Tom.
Hij bleef in het huis van zijn tante.
- Ik woon bij mijn ouders.
- Ik woon samen met mijn ouders.
Ik ga vaak naar haar hol.
Gisteren heb ik Toms huis bezocht.
Ben je ooit bij Tom thuis geweest?
Tom bezocht Maria in Boston.
Ze bezocht niemand.
Hij woont bij zijn ouders.
Ik heb bloemen gekocht, omdat ik mijn oma vanmiddag ga bezoeken.
Ben je ooit bij Tom thuis geweest?
Ik dacht dat hij hier was, maar als je er bent dan is hij plotseling verder weg.