Examples of using "Sinulle" in a sentence and their dutch translations:
- Ik geef u een doktersrecept.
- Ik zal u een recept geven.
Ik heb respect voor je.
Er is telefoon voor u.
Ik loog tegen je.
Tom loog tegen je.
Ik zal je een laptop geven.
Zwart staat je goed.
Ik zal je over Japan vertellen.
Ik heb een liedje voor je geschreven.
- Ik vergeef je.
- Ik vergeef u.
- Ik vergeef jullie.
Het is voor jou.
- Je hebt een bezoeker.
- U heeft een bezoeker.
- Jullie hebben een bezoeker.
Ik zal je een cadeau geven.
- Ik zeg u de waarheid.
- Ik zeg je de waarheid.
Groen staat je goed.
Ik wens je geluk.
Ik zal je de foto laten zien.
Je hebt post.
- Ik geef je mijn woord.
- Ik beloof het.
- Dat beloof ik.
- Ik beloof het je.
- Dat gaat je niks aan.
- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dat gaat je niets aan.
- Ik geef jullie een boek.
- Ik geef u een boek.
Ik bel je later terug.
Die jurk staat u goed.
- Ik wens u geluk.
- Ik wens je veel succes.
- Ik sta op het punt je iets belangrijks te vertellen.
- Ik ga je iets belangrijks vertellen.
Ik geef je één laatste kans.
Sorry dat ik je heb teleurgesteld.
Wanneer heb ik je dat gegeven?
Ik geef het je voor niets.
- Ik zal je naar huis rijden.
- Ik zal je met de auto naar huis brengen.
- Ik breng je met de auto naar huis.
Ik heb enkele geschenken.
Jij verdient een medaille.
Het is je verdiende loon.
- Wie heeft je dit aangedaan?
- Wie heeft je dat aangedaan?
Ik heb iets voor je meegebracht.
- Ik zal je een fiets voor je verjaardag geven.
- Voor je verjaardag zal ik je een fiets geven.
Hij is woedend op jou.
Hier is een brief voor jou.
- Wie heeft je Frans geleerd?
- Wie heeft u Frans geleerd?
- Wie heeft jullie Frans geleerd?
Ik zal je zeggen wat we gaan doen.
Tom heeft je vergeven.
Wat is geluk voor jou?
Heeft Tom jullie over zijn verleden verteld?
Ik laat je de auto zien die ik net gekocht heb.
Er is zo veel wat ik je wil zeggen.
Laat me iets te eten voor u maken!
Dit is een lastige, maar het is aan jou.
- Dat zeg ik je niet.
- Dat ga ik je niet zeggen.
Ik wens je een gelukkig nieuwjaar.
- Kijk me aan als ik tegen je praat.
- Kijk me aan als ik tegen je praat!
- Ik heb geen tijd voor jou.
- Ik heb geen tijd voor jullie.
- Ik heb geen tijd voor u.
Laat me je iets tonen.
Was het voor jou alleen een spel?
Ik heb slecht nieuws voor je.
- Kijk me aan als ik tegen je praat.
- Kijk me aan als ik tegen je praat!
- Ik sta op het punt je iets belangrijks te vertellen.
- Ik ga je iets belangrijks vertellen.
Denk aan wat ik je gisteren heb verteld.
- Ik wil je iets laten zien in mijn bureau.
- Ik wil je iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil u iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil jullie iets laten zien in mijn kantoor.
Kan ik je een geheimpje vertellen?
Die jurk staat u goed.
Ik vergeef het je voor deze ene keer.
Dat zal je niet helpen.
- Ik geef u mijn woord.
- Ik geef je mijn woord.
- Ik beloof het.
- Ik beloof het je.
- Als ik het wist, zou ik het je zeggen.
- Als ik het wist, zou ik het u zeggen.
Ik beloof dat ik je zal beschermen.
- Dat gaat je niks aan.
- Dat zijn jouw zaken niet.
- Dat gaat u niets aan.
- Dat gaat je niets aan.
Ik bel je later wel weer op.
Weet jij waarom ze zo boos is?
goed voor jezelf en voor het klimaat.
Deze jurk staat u erg goed.
- Ik ga je een extra kans geven.
- Ik ga je nogmaals een kans geven.
- Ik kan het je onmogelijk uitleggen.
- Het is me onmogelijk het je uit te leggen.
- Het meisje waarover ik je verteld heb woont hier.
- Het meisje over wie ik je verteld heb woont hier.
Dat heb ik je toch gezegd!
- Ik heb nog geen kerstcadeau voor je gekocht.
- Ik heb nog geen kerstcadeau voor u gekocht.
- Ik heb nog geen kerstcadeau voor jullie gekocht.
Ik heb het twee dagen geleden naar je toegestuurd.
- Trouwens, ik heb je iets te vertellen.
- Trouwens, ik moet je iets zeggen.
- Tom, telefoon!
- Tom, telefoon voor je!
Wil je nu eindelijk eens doen wat je gevraagd wordt?
- Ik vertel je beter de waarheid.
- Het is beter als ik je de waarheid zeg.
Ik weet niet wat zeggen om u te troosten.
Laat me je iets laten zien dat ik tegenkwam.
Kom hier. Ik moet je iets vertellen.
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
Het spijt me echt dat ik jou dat verteld heb.
Hoe gaat het met je?