Examples of using "Training" in a sentence and their dutch translations:
- Tom traint.
- Tom is aan het trainen.
Tom had training nodig.
Tom heeft training nodig.
Ik ben met mijn vrienden aan het trainen.
Zindelijkheidstraining was ook moeilijk.
en opleiding om priester te worden.
Het was een erg zware training.
Maria traint voor een marathon.
Ik ben met mijn vrienden aan het trainen.
Ik bleef oefenen.
Ik liep weg uit het oefenkamp.
Weet je iets over het trainen van honden?
Dat wordt een opleidingsrestaurant
Men moet een jarenlange training volgen om ruimtevaarder te worden.
bekend staat als het Duitse Legioen, voordat hij verschillende staf- en trainingsfuncties bekleedde,
De hoeveelheid aan prooi maakt dit een ideaal trainingsgebied... ...voor een jonge jaguar die voor zichzelf moet zorgen.