Translation of "Surprised" in Dutch

- Tom's surprised.
- Tom is surprised.

Tom is verbaasd.

They're surprised.

- Ze zijn verrast.
- Ze zijn verbaasd.

- Norway has surprised me.
- Norway surprised me.

Noorwegen verraste me.

We were surprised.

We waren verrast.

You’re not surprised?

Je bent niet verrast?

Tom sounded surprised.

Tom leek verrast te zijn.

Is anyone surprised?

- Is er iemand verrast?
- Is er iemand verbaasd?

Tom looked surprised.

Tom leek verrast te zijn.

Don't act surprised.

Doe niet alsof je verrast bent.

She surprised me.

Ze heeft me verrast.

She looked surprised.

Zij leek verrast te zijn.

You sound surprised.

Je lijkt verbaasd.

I was surprised.

Ik was verrast.

They were surprised.

Ze waren verrast.

Everyone was surprised.

Iedereen was verbaasd.

Are you surprised?

- Bent u verrast?
- Ben je verrast?
- Zijn jullie verrast?

You seem surprised.

Je lijkt verbaasd.

You seemed surprised.

- Jij leek verrast te zijn.
- Jullie leken verrast te zijn.

Tom seemed surprised.

Tom leek verrast te zijn.

Emily was surprised.

Emilie was verrast.

- His words surprised me.
- What he said surprised me.

Zijn woorden verbaasden mij.

- I am not surprised at all.
- I'm not at all surprised.
- I'm not a bit surprised.
- I'm not surprised at all.

Ik ben helemaal niet verrast.

- I am not surprised at all.
- I'm not at all surprised.
- I'm not surprised at all.

Ik ben helemaal niet verrast.

- I am not in the least surprised.
- I am not surprised at all.
- I'm not at all surprised.
- I'm not surprised at all.
- I'm not the least bit surprised.

Ik ben helemaal niet verrast.

My wife looked surprised.

Mijn vrouw leek verrast te zijn.

Our teacher seemed surprised.

Onze leraar leek verrast te zijn.

I was very surprised.

Ik was erg verrast.

His words surprised me.

Zijn woorden verbaasden mij.

I was pleasantly surprised.

Ik was aangenaam verrast.

Norway has surprised me.

Noorwegen verraste me.

She was pleasantly surprised.

Ze was aangenaam verrast.

I was quite surprised.

Ik was erg verrast.

He surprised his opponent.

Hij verraste zijn tegenstander.

I'm surprised and disappointed.

Ik ben verrast en teleurgesteld.

Her silence surprised me.

Haar stilte verraste mij.

It surprised me, too.

- Het verraste mij ook.
- Het heeft mij ook verrast.

Who were surprised and delighted

die verrast en verheugd waren

His stupid answer surprised everybody.

Zijn domme antwoord verbaasde iedereen.

I'm surprised to see you.

Ik ben verrast je te zien.

Tom seemed to be surprised.

Tom leek verrast te zijn.

His behavior truly surprised me.

Zijn gedrag verbaasde me werkelijk.

Tom wasn't surprised, was he?

Tom was niet verbaasd, hè?

You don't sound very surprised.

Jullie lijken niet erg verbaasd.

- I'm surprised that you won the prize.
- I'm surprised you won the prize.

Ik ben verbaasd dat jij de prijs hebt gewonnen.

- Tom's amazed.
- Tom's surprised.
- Tom is astonished.
- Tom is surprised.
- Tom is amazed.

Tom is verbaasd.

- Tom told me he wasn't surprised.
- Tom told me that he wasn't surprised.

Tom vertelde mij dat hij niet verrast was.

- I was surprised at his sudden appearance.
- I was surprised by his sudden appearance.

Zijn plotselinge verschijning verraste me.

- Tom wasn't as surprised as everyone else.
- Tom wasn't as surprised as everybody else.

- Tom was niet zo verrast als de rest.
- Tom was niet zo verrast als de anderen.

- Tom sounded surprised.
- Tom looked surprised.
- Tom seemed taken aback.
- Tom seemed surprised.
- Tom seemed to be surprised.
- Tom looked mystified.
- Tom seemed to be bewildered.
- Tom seemed to be puzzled.

Tom leek verrast te zijn.

I'm surprised to see you here.

Ik ben verbaasd om jou hier te zien.

He looked surprised at the news.

Hij keek verrast bij het nieuws.

She seemed to be very surprised.

- Ze leek erg verbaasd.
- Ze leek erg verrast.
- Ze zag er erg verbaasd uit.
- Ze zag er erg verrast uit.

Were you surprised to see me?

Was je verbaasd om me te zien?

We were surprised by that news.

We waren verrast door dat nieuws.

I'm surprised to find you here.

Ik ben verrast je hier tegen te komen.

I was as surprised as you.

Ik was net zo verbaasd als jij.

- I was astonished.
- I was surprised.

Ik stond paf.

Are you surprised to see me?

Ben je verrast me te zien?

I was surprised at this news.

Ik was verbaasd over dit nieuws.

Mr Jordan was a little surprised.

Meneer Jordan was een beetje verrast.

Tom's lack of compassion surprised Mary.

Toms gebrek aan medeleven verbaasde Mary.

I'm rather surprised to hear it.

Ik ben nogal verbaasd om het te horen.

Was Tom surprised to see you?

Was Tom verbaasd je te zien?

Was Tom surprised to see Mary?

Was Tom verrast om Maria te zien?

- Tom says that he wasn't surprised at all.
- Tom says he wasn't surprised at all.

Tom zegt dat hij helemaal niet verbaasd was.

- You sound surprised.
- You look surprised.
- You seem disoriented.
- You seem surprised.
- You seem baffled.
- You look puzzled.
- You look baffled.
- You look bummed.

Je lijkt verbaasd.

- I was surprised at the news this morning.
- I was surprised by the news this morning.

Ik was verrast door het nieuws vanochtend.

You'll be surprised and shocked to know

zullen jullie verbaasd en geschokt zijn om te horen

I was surprised to see a lion.

Ik was verbaasd een leeuw te zien.