Examples of using "Snack" in a sentence and their dutch translations:
Ik neem wat lekkers.
Ik heb een snack nodig.
Ik neem wat lekkers.
Honger maakt rauwe bonen zoet.
Ik zal chocolade eten.
Een frikandel is geen gezonde snack.
En we hebben zelfs nog een kleine snack gehad.
Dus welke snack denk je... ...geeft ons een boost?