Examples of using "Ring" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een ring.
Is dat een ring?
- Hé, waar is je ring?
- Hé, waar is uw ring?
Tom draagt een ring.
Tom verloor zijn ring.
Wat een mooie ring!
Bel me morgen.
Komt jou dat bekend voor?
Doet dat een belletje rinkelen?
Dat zegt me niets.
Ik bel je vanavond op.
Ik hoorde de telefoon rinkelen.
We zaten in een kring.
Tom heeft een neusring.
Sammy draagt zijn ring.
Ik hoorde de deurbel gaan.
- Ze draagt een dure ring.
- Ze draagt een waardevolle ring.
De ring kon nergens gevonden worden.
Mary draagt een zilveren ring.
De ring was nergens te vinden.
De ring was nergens te vinden.
Die gouden ring behoorde toe aan mijn moeder.
Hij stal een zeer waardevolle diamanten ring.
Mary deed de ring om haar vinger.
Mary trok de ring van haar vinger.
Hij nam de ring van zijn vinger.
Hij belde me op om middernacht.
"Wie heeft Maria die ring gegeven?" "Dat was Tom."
Ik bel vanavond om zeven uur.
Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.
De trouwring van Maria is van zuiver goud.
De ring was nergens te vinden.
Bel me morgen.
Ik krijg mijn ring niet van mijn vinger.
Doet dat u aan iets denken?
Ik bel je vanavond op.
Het is uit tussen ons. Geef me mijn ring terug!
Ik was degene die Maria's diamanten ring had gestolen.
Bel me op als je iets vindt.
Ik hoorde de telefoon rinkelen.
Haar ring viel in een rivier en zonk naar de bodem.
Ik bel je vanavond op.
Maria had een ring aan elke vinger van haar linkerhand.
Welke kleur heeft de uiterst rechtse ring op de olympische vlag?
Ze was in extase over de ring die hij haar gekocht had.
Ik bel je later vandaag.
Hij belde en zij antwoordde.
...en dan wring ik er zo veel mogelijk vloeistof uit.
Hij belde me op om middernacht.
Ik bel je weer op.
Ik bel je weer op.
Als onze maan in tweeën zou breken, zouden de stukken een ring om onze planeet vormen.
Ik bel je vanavond op.
Als je met me wilt trouwen zul je op de knieën moeten en me een ring moeten geven.
Heb je mij gisterochtend gebeld?
Dat zegt me niets.
- De hand heeft vijf vingers: duim, wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink.
- Een hand telt vijf vingers: de duim, de wijsvinger, de middelvinger, de ringvinger en de pink.
De ontdekking van het mysterieuze ringstelsel van Saturnus heeft in de tijd van Huygens tot veel andere observaties geleid.