Examples of using "Hey" in a sentence and their dutch translations:
Hé, jij daar!
- Hey, jij!
- Hé, jij daar!
Hé!
- Hallo.
- Hoi.
- Dag!
- Hallo!
- Hi!
- Hé!
- Hai!
Hé, jij daar!
Hé, wacht even!
Hé! Stil!
Hé, John.
- Hé, doe rustig aan.
- Hé, relax.
- Hee, kalm aan jullie.
Hé, jongens.
- Hoi.
- Hé!
- Hai!
Hé, makker!
Hé, Jim!
- Hé! wacht even!
- Hé! Momentje!
Hey, maat.
Hoi!
- Hoi, daar.
- Hallo, daar.
Hé! Hou je stil…
Hé, wat is er gebeurd?
- Goedemorgen!
- Dag!
- Hallo!
- Hi!
- Hé!
- Hai!
- Hoi!
- Hallo.
- Hoi.
- Dag.
- Hi!
Hallo, ik ben Sepideh.
- Zeg op!
- Vertel!
Hé, dat is gemeen!
Hé, wacht even!
Hé, jij daar!
- Hallo.
- Hoi.
- Dag.
- Hallo!
- Hé!
- Hai!
Hé, waar ga je heen?
Hey! Twee likes. Leuk.
Hé, kom naar hier alsjeblieft.
Jij daar! Hierboven!
Luister, iedereen!
Hé, luister naar mij.
Hé, luister hiernaar.
- Hé, waar is je ring?
- Hé, waar is uw ring?
Hoi, wie wil pizza?
- Hallo.
- Hoi.
- Dag!
- Hallo!
- Hé!
- Hai!
- Groeten!
- Goedendag.
Kijk, oud gereedschap.
Hallo John, hoe gaat het met je?
Hoi Mimi! Hoe gaat het?
- Hallo.
- Hoi.
- Hallo!
Hallo, ben je er nog?
Hé, waar ga je heen?
Oké, we moeten gaan. Hé.
Meneer, u bent uw jas vergeten!
- Hallo.
- Hoi.
- Dag.
- Hallo!
Hé! Niemand vertaalt mijn zinnen!
Hey, raad eens wat ik vanavond ga doen.
Hee kijk eens, een aap met drie hoofden!
Hé, kijk eens wat ik kan!
Hé, wat is daar aan de hand?
Hee jij daar! Wat ben je aan het doen?
Hé Tom, vergeet je zorgen!
Kijk, wat als we hem gebruikten?
Hee jij daar! Niet rennen bij het zwembad!
Heej, ik heb zojuist een goed idee gekregen.
Oei! Roest vreet het metaal weg.
Luister, iedereen!
... Hé, hé jullie twee, gaan alle hekken los als je weet dat ik trakteer?
John zei: "Hé jongens, laten we een pauze nemen."
Hé daar! Hoort ge mij?
Hoi, wat gaan we morgen doen?
Hej! Wat doe jij in mijn kamer?
Zeg jongelui, kan de muziek wat zachter?
Waarop wij vragen: "Zullen we later terugkomen?"
Geef me de slippers! Hé! Geef ze aan mij!
Hé, jongens, stop met vechten. Kom op, ga uit elkaar!
Hé, is dat een soort demonische eend?
"Hé, Tom." "Wat is er?" "Laat eigenlijk maar zitten."
- Hallo.
- Hoi.
- Dag!
- Hallo!
- Groeten!
"Hé lieve vriendin, eens kijken of dit ons samen lukt?"