Examples of using "Pupil" in a sentence and their dutch translations:
Die leerling verzuimt te vaak.
De jonge jongen was een goede leerling.
Elke student heeft toegang tot de bibliotheek.
Ik ben geen leerlinge.
Eindtermen zijn omschrijvingen van de kennis en vaardigheden waarover een leerling of student aan het eind van ieder onderwijsniveau moet beschikken.
Iedere leerling moet het schoolreglement kennen.