Examples of using "Plural" in a sentence and their dutch translations:
Hoe maak je het meervoud van de zelfstandige naamwoorden?
Het meervoud van os is ossen.
Het meervoud van cactus is cactussen.
Het zelfstandig naamwoord kan in het enkelvoud staan of in het meervoud.
Het meervoud van 'person' is 'people', geen 'persons'.
In het Esperanto eindigt een adjectief met "a", een meervoud vormt men door toevoeging van "j".