Translation of "Adjective" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Adjective" in a sentence and their dutch translations:

Tom doesn't know the difference between an adjective and an adverb.

Tom weet het verschil niet tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord.

In Esperanto an adjective ends in "a." The plural is formed by adding "j."

In het Esperanto eindigt een adjectief met "a", een meervoud vormt men door toevoeging van "j".