Examples of using "Pancakes" in a sentence and their dutch translations:
Wij maakten pannenkoeken voor het ontbijt.
Deze pannenkoeken zijn echt heerlijk.
- Tom heeft pannenkoeken voor jou gemaakt.
- Tom heeft pannenkoeken voor u gemaakt.
- Tom heeft pannenkoeken voor jullie gemaakt.
Ik doe geen stroop op mijn pannenkoeken.
Kom je pannenkoeken bij me eten?
Als as meel en turf spek was, aten we alle dagen spekpannenkoeken.
Zijn de kippen plat als borden, was de tractor weer eens sneller.