Examples of using "Mothers" in a sentence and their dutch translations:
Mijn moeders houden van me.
Ik nam contact op met m'n moeders.
Mijn moeders zijn gezond.
Mijn moeders zijn oud.
Ik heb twee moeders.
Gisteren heb ik je moeders ontmoet.
Mijn moeders spreken geen Nederlands.
Daar zijn moeders voor.
en hoe hun jong de moeders volgden.
Maar met zo veel moeders in de buurt...
Alleen moeders en kalfjes hebben een hechte en langdurige band.
Hij heeft zijn moeders gelukkig gemaakt.
Helemaal als er kinderen zijn die alleen hun moeder hebben.
Moeders hadden de gewoonte aan hun zonen te zeggen dat ze blind zouden worden als ze masturbeerden.
In de jaren 1950 noemden Canadese moeders hun kinderen met de volledige naam als ze hen een standje gaven.
Tom wist toen nog niet dat een bommoeder een bewust ongehuwde moeder is.
Een voormalig minister-president van Canada, wiens vader een Franstalige inwoner van Quebec was, en zijn moeder Engelssprekend, dacht tijdens zijn kinderjaren dat ieder jongetje met zijn vader Frans spreekt en Engels met zijn moeder.