Examples of using "Honey" in a sentence and their dutch translations:
Dank je, schat.
Hoi, schatje.
Goedendag, schat.
- Goedemorgen lieverd.
- Goedemorgen schat.
- Hoi, schatje.
Bijen maken honing.
Niet liegen, liefste.
Neem dit, schat.
Beren houden van honing.
Goedemorgen schat.
Schat, ik kan het uitleggen.
Hoi schat, ik ben thuis.
Een kolonie honingbijen.
Lieverd, je staat aan of uit.
Suiker verving honing als zoetstof.
Jouw kus is zoeter dan honing.
Ze voeden zich met honing en brood.
Kijk eens schat, zo kan dat niet!
Melk en honing zit onder je tong.
Voor mij een warme thee met honing.
Waar je mee geboren was, daar moest je het mee doen.
Ze voeden zich in de winter met honing.
Men vangt meer vliegen met honing dan met azijn.
Hoeveel honing gebruikt u voor dit gebak?
Je kan meer vliegen met honing vangen dan met azijn.
Het huishouden heeft een overvloed aan melk, kaas en honing.
's Ochtends hou ik ervan honing op mijn toast te smeren.
Je kan meer vliegen vangen met honing dan dat je met azijn doet.
Hij draaide de fles ondersteboven en schudde hem, maar toch kwam de honing er niet uit.
"Liefste, kom naar bed." "Neen, nu nog niet. Ik moet nog enkele zinnen vertalen in Tatoeba."
Bijen bestuiven bloemen en bomen, verzamelen nectar om honig, propolis en bijengif te maken,
Men vangt meer vliegen met honing dan met azijn.