Examples of using "Homosexual" in a sentence and their dutch translations:
Zij zijn homoseksueel.
Zij zijn homoseksueel.
Mijn beste vriend is homoseksueel.
- Ik ben lesbisch.
- Ik ben een lesbienne.
- Ik ben homo.
- Ik ben gay.
De nieuwe wet garandeert dezelfde wettelijke en sociale rechten aan homoseksuele koppels.
Ik vind dat homoseksuelen hetzelfde recht hebben om een relatie te beƫindigen als welke andere persoon dan ook, ongeacht of iemand vindt dat homoseksueel zijn een nadeel is in een grotendeels heteroseksuele maatschappij.