Examples of using "Germanic" in a sentence and their dutch translations:
Het is een Germaanse naam.
Ik ben gek op Germaanse talen.
Het is een Germaans woord.
Engels is een Germaanse taal.
Het Duits is een Germaanse taal.
Ik ben gek op Germaanse talen.
Het Engels is een sterk gelatiniseerde Germaanse taal.
Dit woord is duidelijk van Germaanse oorsprong.
Duits, Nederlands, Noors en Engels zijn Germaanse talen.
Het Jiddisch, Engels en Duits zijn West-Germaanse talen.