Examples of using "Frost" in a sentence and their dutch translations:
Er is ijzel op de baan.
Autoramen verzamelen vorst op winterse ochtenden.
De vorst heeft veel schade aan de gewassen gedaan.
De vorst heeft veel schade aan de gewassen gedaan.
Volgende week gaat het misschien vriezen.
Het vroor zozeer dat de vogels tijdens de vlucht neervielen.
De boomgaard, wiens prachtige vegende takken met fruit naar de grond hingen, bleek zo heerlijk dat de kleine meiden er de hele middag in doorbrachten. Ze zaten in een grasveldje waar het groen de vorst bespaard was gebleven en de zachte, warme najaarszon aanhoudend scheen en aten appels en praatten zo luid als ze konden.