Translation of "Flee" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Flee" in a sentence and their dutch translations:

- Flee.
- Flee!

- Weglopen!
- Ren weg!
- Vlucht.

- Escape!
- Flee.

- Weglopen!
- Ren weg!
- Vlucht.

- Run!
- Run away!
- Flee.

- Weglopen!
- Vlucht.

We must flee the city

We moeten de stad uitvluchten.

- Run!
- Run for it!
- Run.
- Flee!

Ren!

- Run!
- Run.
- Run away!
- Flee.
- Leg it!

Ren weg!

Men of good birth, they who do not flee.

mannen van goede geboorte, zij die niet vluchten.

Marmont could not prevent the next  revolution, and had to flee France.

Marmont de volgende revolutie niet voorkomen en moest hij Frankrijk ontvluchten.

In the aftermath, Ney spurned several chances to flee France, and was arrested for treason

In de nasleep wees Ney verschillende kansen om Frankrijk te ontvluchten af ​​en werd gearresteerd wegens verraad