Examples of using "Fishing" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ging vissen.
- Ik ben gaan vissen.
Hij houdt van vissen.
- Ik ging vissen.
- Ik ben gaan vissen.
Vissen is leuk.
Tom ging vissen.
Hij ging vissen.
Hij houdt van vissen.
Zij gingen vissen.
Ik hou van het vissen.
Tom hield van vissen.
Hij houdt van vissen.
Tom is aan het vissen.
- Tom is dol op vissen.
- Tom houdt van het vissen.
Tom houdt van vissen.
Ik hou van vissen.
Ik hou van vissen.
Tom houdt van vissen.
Hun hobby is vissen.
Mijn hobby is vissen.
Tom is nu aan het vissen.
Ze gingen gisteren vissen.
Ik hou van forelvissen.
- Zij houdt van vissen.
- Hij houdt van vissen.
Iedereen is gaan vissen, behalve Tom.
We hebben een visgat.
We hebben een visgat.
Vissen is niet echt mijn ding.
Ik ben vorige maandag gaan vissen.
Hij houdt van vissen.
Zondags ging hij dikwijls vissen.
We gaan van tijd tot tijd vissen.
Oké, dus je wilt speervissen.
Je mag gaan zwemmen of vissen.
Hij ging vissen in de rivier.
Bill gaat om de dag vissen.
Ik heb een boek over visvangst.
Ik ging vissen op de rivier.
Tom gaat dikwijls naar de rivier om te vissen.
De meeste dorpelingen zijn visser.
Ik ben gisteren in de rivier gaan vissen.
We gaan van tijd tot tijd vissen.
Zij houdt erg van vissen.
Ik woon in een klein vissersdorpje.
Tom houdt van vissen.
Ik hou van het vissen.
We gaan van tijd tot tijd vissen.
Vissen, jagen, wandelen en skiën zijn populair.
Tom gaat misschien niet met ons vissen.
Ik ga volgend weekend met Tom vissen.
- Als het vandaag zondag was, dan zou ik gaan vissen.
- Als het vandaag zondag was, dan ging ik vissen.
Als je morgen gaat vissen, ga ik ook.
Als het op vissen aankomt, is hij een expert.
Tom groeide op in een klein vissersdorpje.
Ik ben vorig weekend niet met Tom wezen vissen.
Als kind ging ik vaak vissen.
Door de harde regen zijn we niet gaan vissen.
We hebben een visgat. Kijk.
We moeten de invloed van de visserij te snel af zijn
Ik ging dikwijls vissen in mijn schooltijd.
Mijn vader gaat dikwijls vissen in de nabijgelegen rivier.
Hij houdt van vissen.
Tom wist niet dat jij met hem wilde gaan vissen.