Translation of "Fond" in Dutch

- I am fond of skiing.
- I'm fond of skiing.

Ik ben dol op skiën.

You're fond of elephants.

Je bent dol op olifanten.

- I like skiing.
- I am fond of skiing.
- I'm fond of skiing.

Ik ski graag.

I was fond of cake.

Ik was gek op taart.

Children are fond of cake.

Kinderen houden veel van koeken.

She is fond of animals.

Ze is dol op dieren.

Are you fond of baseball?

- Houden jullie van baseball?
- Houdt u van baseball?

She's fond of taking pictures.

Ze houdt van fotograferen.

He is fond of fishing.

Hij houdt van vissen.

They are fond of fruit.

Ze zijn dol op fruit.

Tom isn't fond of nicknames.

Tom houdt niet van bijnamen.

Monkeys are fond of banana.

Apen zijn gek op bananen.

I am fond of reading.

- Ik hou van lezen.
- Ik hou erg van lezen.

They're very fond of him.

Ze zijn erg dol op hem.

Judy is fond of dancing.

Judy danst graag.

He is fond of swimming.

Hij houdt van het zwemmen.

Are you fond of music?

Hou je van muziek?

I am fond of cars.

Ik ben dol op auto's.

Boys are fond of mischief.

Jongens halen graag kattenkwaad uit.

He is very fond of music.

Hij is dol op muziek.

He is fond of chocolate cake.

Hij houdt van chocoladetaart.

She is fond of playing tennis.

Ze is dol op tennissen.

She is very fond of flowers.

Ze houdt erg veel van bloemen.

I'm not fond of her face.

Ik hou niet van haar gezicht.

He's very fond of science fiction.

Hij is gek op sciencefiction.

My sister is very fond of children.

Mijn zus houdt veel van kinderen.

In general, children are fond of candy.

Over het algemeen houden kinderen van zoetigheid.

My parents were very fond of her.

Mijn ouders hadden haar heel graag.

I'm fond of listening to classical music.

Ik luister graag naar klassieke muziek.

Tom is fond of poetry and music.

Tom houdt van poëzie en muziek.

- Children are fond of cake.
- Children love cakes.

- De kinderen houden echt veel van de koeken.
- Kinderen houden veel van koeken.

He is fond of this kind of music.

Hij houdt van dit soort muziek.

Ram and Sita were very fond of Hanuman.

Ram en Sita waren erg gesteld op Hanuman.

- I am fond of music.
- I love music.

- Ik ben dol op muziek.
- Ik ben gek op muziek.

- They are fond of fruit.
- They like fruit.

Ze zijn dol op fruit.

- He likes adventure.
- He is fond of adventure.

Hij houdt van avontuur.

- What do you like?
- What are you fond of?

- Waar hou je van?
- Waar houdt u van?
- Waar houden jullie van?

- She is very fond of flowers.
- She loves flowers.

Ze houdt erg veel van bloemen.

- He is fond of swimming.
- He likes to swim.

Hij zwemt graag.

- Do you love music?
- Are you fond of music?

Hou je van muziek?

- Are you fond of music?
- Do you like music?

Hou je van muziek?

- He is fond of fishing.
- He loves to fish.

Hij houdt van vissen.

- Are you fond of swimming?
- Do you like swimming?

Hou je van zwemmen?

- Are you fond of baseball?
- Do you like baseball?

Hou je van baseball?

She as well as her friends is fond of music.

Zij, en ook haar vrienden, zijn gek op muziek.

- I am fond of cars.
- I am a car lover.

Ik ben dol op auto's.

He is not fond of sports, and I am not either.

Hij houdt niet van sport, en ik evenmin.

- He is fond of fishing.
- He loves fishing.
- He likes fishing.

Hij houdt van vissen.

- I'm not fond of her face.
- I don't like her face.

- Ik heb haar gezicht niet graag.
- Ik hou niet van haar gezicht.

- She is fond of cake.
- She adores cakes.
- She loves cake.

Ze is gek op cake.

- He likes music very much.
- He is very fond of music.

Hij houdt erg van muziek.

- She is very fond of dogs.
- She likes dogs a lot.

Ze houdt veel van honden.

- She was fond of talking about herself.
- She liked talking about herself.

Ze vond het leuk over zichzelf te praten.

- She was fond of poetry and music.
- She liked poetry and music.

Ze hield van poëzie en muziek.

- He is fond of fishing.
- He loves fishing.
- He loves to fish.

- Zij houdt van vissen.
- Hij houdt van vissen.

- I am fond of reading.
- I like reading.
- I like to read.

- Ik lees graag.
- Ik hou erg van lezen.

- Do you love music?
- Are you fond of music?
- Do you like music?

Hou je van muziek?

- What do you like?
- What are you fond of?
- What do you love?

Waar hou je van?

- He is fond of fishing.
- He loves to fish.
- She loves to fish.

- Zij houdt van vissen.
- Hij houdt van vissen.
- Zij houdt erg van vissen.

- She is very fond of writing poems.
- She really likes to write poems.

Ze vind het echt leuk om gedichten te schrijven.

- He's very fond of science fiction.
- He loves science fiction.
- He really likes science fiction.

Hij is gek op sciencefiction.

- I am fond of reading.
- I like reading.
- I like to read.
- I enjoy reading.

Ik hou van lezen.

- He likes music very much.
- He is very fond of music.
- He likes music a lot.

Hij houdt erg van muziek.

- I love reading books.
- I am fond of reading.
- I like reading books.
- I like reading.

Ik lees graag boeken.

- He is not fond of sports, and I am not either.
- He doesn't like sports. Me neither.

Hij houdt niet van sport, en ik ook niet.