Translation of "Colorblind" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "Colorblind" in a sentence and their dutch translations:

Lions are colorblind.

Leeuwen zijn kleurenblind.

Tom is colorblind.

Tom is kleurenblind.

Tom isn't colorblind.

Tom is niet kleurenblind.

You're colorblind, aren't you?

- Je bent kleurenblind, toch?
- U bent kleurenblind, toch?

- I think Tom is colorblind.
- I think that Tom is colorblind.

Ik denk dat Tom kleurenblind is.

- I know that Tom is colorblind.
- I know Tom is colorblind.

Ik weet dat Tom kleurenblind is.

- They said that they weren't colorblind.
- They said they weren't colorblind.

Ze zeiden dat ze niet kleurenblind waren.

- They said that they were colorblind.
- They said they were colorblind.

Ze zeiden dat ze kleurenblind waren.

- I wonder if Tom is colorblind.
- I wonder whether Tom is colorblind.

Ik vraag me af of Tom kleurenblind is.

Tom is colorblind, isn't he?

Tom is kleurenblind, toch?

Mary is colorblind, isn't she?

Maria is kleurenblind, toch?

- I don't think Tom is colorblind.
- I don't think that Tom is colorblind.

Ik denk niet dat Tom kleurenblind is.

- I wonder whether Tom is colorblind.
- I wonder whether or not Tom is colorblind.
- I wonder whether Tom is colorblind or not.

Ik vraag me af of Tom kleurenblind is of niet.

- I wonder whether Tom is really colorblind.
- I wonder if Tom is really colorblind.

Ik vraag me af of Tom echt kleurenblind is.

Tom said that he wasn't colorblind.

Tom zei dat hij niet kleurenblind was.

Tom said that he was colorblind.

Tom zei dat hij kleurenblind was.

Mary said that she wasn't colorblind.

Maria zei dat ze niet kleurenblind was.

Mary said that she was colorblind.

Maria zei dat ze kleurenblind was.

He said that he wasn't colorblind.

Hij zei dat hij niet kleurenblind was.

She said that she wasn't colorblind.

Ze zei dat ze niet kleurenblind was.

He said that he was colorblind.

Hij zei dat hij kleurenblind was.

She said that she was colorblind.

Ze zei dat ze kleurenblind was.

- Tom and Mary said they weren't colorblind.
- Tom and Mary said that they weren't colorblind.

Tom en Maria zeiden dat ze niet kleurenblind waren.

- Tom and Mary said they were colorblind.
- Tom and Mary said that they were colorblind.

Tom en Maria zeiden dat ze kleurenblind waren.

Do you really think Tom is colorblind?

Denk je echt dat Tom kleurenblind is?

I'm colorblind. I can't tell red from green.

Ik ben kleurenblind. Ik kan rood niet van groen onderscheiden.

Everyone is asking me how is to be colorblind.

Iedereen vraagt me hoe het voelt kleurenblind te zijn.

The woman was a rainbow. And the man? He was colorblind!

De vrouw was een regenboog. En de man? Kleurenblind!

People always make fun of me when they find out I'm colorblind.

Mensen lachen me altijd uit wanneer ze erachter komen, dat ik kleurenblind ben.

Tom is colorblind, so he couldn't tell if Mary was wearing a green dress or a red dress.

Tom is kleurenblind, dus hij kon niet vertellen of Maria een groene jurk of een rode jurk droeg.