Examples of using "Clocks" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van horloges.
Ik haat wekkers.
Waar zijn mijn horloges?
Tom verzamelt antieke klokken.
Verkoopt u wekkers?
Sami is geobsedeerd door klokken.
- Hoeveel klokken had je?
- Hoeveel klokken had u?
- Hoeveel klokken hadden jullie?
In mijn kamer zijn er geen klokken.
We repareren allerlei soorten klokken hier.
De wintertijd is nu van toepassing.
Waar zijn mijn horloges?
Tom verzamelt antieke klokken.
- In mijn kamer zijn er geen klokken.
- Er is geen enkele klok in mijn kamer.