Examples of using "Came" in a sentence and their dutch translations:
Iemand kwam.
Ze kwam.
Er kwam niemand.
Maria kwam binnen.
- Hij kwam.
- Zij kwam.
- Hij is gekomen.
- Zij is gekomen.
- Wie kwam?
- Wie was gekomen?
Ik kwam.
Tom kwam.
- Er kwam niemand.
- Er is niemand gekomen.
Ze kwam.
Ze kwamen.
Iemand is gekomen.
Iedereen kwam.
Tom kwam alleen.
Tom kwam alleen.
- Ze kwam teleurgesteld terug.
- Ze kwam teleurgesteld thuis.
Het brak.
- Ze kwam als laatste.
- Ze is als laatste gekomen.
- Hij kwam naar beneden.
- Hij is naar beneden gekomen.
Ze kwam alleen.
- Ik ben gisteren gekomen.
- Ik kwam gisteren.
Wij kwamen samen.
Hij is net teruggekomen.
Hij kwam aangerend.
Mijnheer Smith is gekomen.
Maria kwam binnen.
De politie kwam.
Tom kwam alleen.
Ik kwam als laatste.
Tom is tweede geworden.
Zij kwamen samen.
- Het heeft niets opgeleverd.
- Er kwam niets naar boven.
- Bijna iedereen kwam.
- Bijna iedereen is gekomen.
Het werd nacht.
Ik kwam alleen.
Mijn moeder kwam.
Sami kwam regelmatig.
- Tom kwam als eerste.
- Tom is als eerste gekomen.
Je kwam thuis.
Hij kwam onverwacht.
De koning kwam.
Er is niemand gekomen.
Niemand kwam mij helpen.
Hij kwam vóór acht uur terug.
Hij komt over tien minuten.
Hij kwam met de bus.
De jongen kwam terug.
Een vos kwam langs.
Hij kwam snel terug.
- Hij is zelf gekomen.
- Hij kwam zelf.
- Hij kwam persoonlijk.
Onze dromen zijn werkelijkheid geworden.
- Ze kwam teleurgesteld terug.
- Ze kwam teleurgesteld thuis.
- Mijn schoenveters schoten los.
- Mijn veters waren losgeraakt.
Tom kwam hier alleen.
- Het is net bekend geworden.
- Hij is net verschenen.
- Het is net verschenen.
- Hij is net uitgegeven.
- Ik kom uit China.
- Ik kwam uit China.
Tom kwam helpen.
Zijn droom werd bewaarheid.
Ben ik soms niet gekomen?
Hij kwam verschillende keren.
- De sterren kwamen tevoorschijn.
- De sterren verschenen.
Tom kwam met de bus.
De hulp kwam te laat.
Het boeddhisme kwam uit India.
Toms dromen kwamen uit.
Tom kwam vroeg thuis.
Ik kwam met de bus.