Translation of "Assistance" in Dutch

0.014 sec.

Examples of using "Assistance" in a sentence and their dutch translations:

They offered assistance.

Ze boden hulp aan.

I need your assistance.

Ik heb je hulp nodig.

- I need your help.
- I need your assistance.
- I require your assistance.

Ik heb je hulp nodig.

Cacti need special nighttime assistance.

Cactussen hebben speciale nachtassistentie nodig.

Until you can get medical assistance.

totdat je medische hulp krijgt.

Call me if you need assistance.

Roep me als je hulp nodig hebt.

- Tom needed assistance.
- Tom needed help.

Tom had hulp nodig.

- I need assistance.
- I need support.

Ik heb ondersteuning nodig.

- Tom is in need of help.
- Tom needs help.
- Tom needs some assistance.
- Tom needs assistance.

Tom heeft hulp nodig.

- I don't need any help.
- I don't need help.
- I don't require assistance.
- I don't need assistance.

Ik heb geen hulp nodig.

- I need your help.
- I require your assistance.

Ik heb uw hulp nodig.

- We need your help.
- We need your assistance.

We hebben jouw hulp nodig.

Tom doesn't seem to need much assistance now.

Het ziet er niet naar uit dat Tom nu veel hulp nodig heeft.

I cannot thank you enough for your assistance.

Ik kan u niet genoeg danken voor uw hulp.

- Do you need our help?
- Do you need our assistance?

Heb je onze hulp nodig?

- We're grateful for your assistance.
- We're grateful for your help.

We zijn dankbaar voor je hulp.

- Thank you for your assistance.
- Thank you for your help.

Bedankt voor jullie hulp.

May I be so bold as to request your assistance?

Mag ik zo vrij zijn je hulp te vragen?

- I'm waiting for your assistance.
- I'm waiting for your help.

Ik wacht op je hulp.

- I need help.
- I need assistance.
- I'm going to need help.

Ik heb hulp nodig.

- Tom asked Mary for assistance.
- Tom asked Mary for some help.

Tom vroeg Marie om hem te helpen.

- We need help.
- We're in need of help.
- We need assistance.

We hebben hulp nodig.

Did you require any special assistance when you were in school?

- Had u speciale hulp nodig toen u op school zat?
- Had je speciale hulp nodig toen je op school zat?

- I thank you for your help.
- I thank you for your assistance.

Ik dank u voor uw hulp.

- She needs help.
- She is in need of help.
- She needs assistance.

Ze heeft hulp nodig.

- Call me if you need assistance.
- Call me if you need help.

Roep me als je hulp nodig hebt.

- I don't need any help.
- I don't need help.
- I don't require assistance.

Ik heb geen hulp nodig.

- Thank you for your assistance.
- Thank you for your help.
- Thanks for your help.

Bedankt voor je hulp.

- Are you in need of help?
- Do you need help?
- Do you need assistance?

Heeft u hulp nodig?

- Thank you for your assistance.
- Thank you for your help.
- Thanks for your help.
- Thanks for the help.
- Thank you for the help.
- Thanks for helping me.
- Thank you for helping us.

- Bedankt voor uw hulp.
- Bedankt voor je hulp.
- Bedankt voor de hulp.
- Bedankt voor het helpen.
- Bedankt voor jullie hulp.