Translation of "Telefoonnummer" in Turkish

0.011 sec.

Examples of using "Telefoonnummer" in a sentence and their turkish translations:

- Wat is jouw telefoonnummer?
- Wat is uw telefoonnummer?
- Wat is jullie telefoonnummer?

Telefon numaran nedir?

- Geef mij uw telefoonnummer.
- Geef me je telefoonnummer.

Bana telefon numaranı ver.

- Kent zij uw telefoonnummer?
- Kent ze je telefoonnummer?

Telefon numaranı biliyor mu?

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben je telefoonnummer vergeten.
- Ik ben jullie telefoonnummer vergeten.

Telefon numaranı unuttum.

- Ik ben uw telefoonnummer vergeten.
- Ik ben je telefoonnummer vergeten.

Telefon numaranı unuttum.

Hier is mijn telefoonnummer.

İşte benim telefon numaram.

Weet jij Toms telefoonnummer?

Tom'un telefon numarasını biliyor musun?

Mijn telefoonnummer is 789.

Telefon numaram 789'dur.

Welk is je telefoonnummer?

- Telefon numaran nedir?
- senin telefon numaran ne,nasıl?

Heb je haar telefoonnummer?

Onun telefon numarası sende var mı?

Wiens telefoonnummer is dat?

Bu kimin telefon numarası?

- Geeft u me alstublieft uw telefoonnummer.
- Geef me alsjeblieft je telefoonnummer.

Lütfen bana telefon numaranı söyle.

- Kun je me je telefoonnummer geven?
- Kan je mij je telefoonnummer geven?

Bana telefon numaranı verebilir misin?

Ik ben je telefoonnummer kwijtgeraakt.

Senin telefon numaranı kaybettim.

Ik heb dat telefoonnummer opgeschreven.

O telefon numarasını not aldım.

Mijn telefoonnummer is 9876-5432.

Telefon numaram 9876-5432'dir.

Heb je haar telefoonnummer gekregen?

Telefon numarasını aldın mı?

Tom vroeg me mijn telefoonnummer.

Tom numaramı istedi.

Geef me alsjeblieft je telefoonnummer.

Lütfen bana telefon numaranı söyle.

Ik heb zijn telefoonnummer genoteerd.

Ben onun telefon numarasını yazdım.

Ik heb Toms telefoonnummer genoteerd.

Tom'un telefon numarasını not ettim.

- Mag ik je telefoonnummer?
- Kan ik je telefoonnummer krijgen?
- Mag ik je nummer?

- Telefon numaranızı alabilir miyim?
- Bana telefon numaranı verir misin?

- Ik kan me je telefoonnummer niet herinneren.
- Ik kan me uw telefoonnummer niet herinneren.
- Ik kan me jullie telefoonnummer niet herinneren.

Ben telefon numaranızı unutuyorum.

Ik heb Tom Maria's telefoonnummer gegeven.

Tom'a Mary'nin telefon numarasını verdim.

Geef mijn telefoonnummer niet aan Tom.

Tom'a telefon numaramı verme.

Geef me uw naam en telefoonnummer.

Lütfen bana adını ve telefon numaranı söyle.

Ik kom niet op Toms telefoonnummer.

- Tom'un telefon numarasını anımsamıyorum.
- Tom'un telefonunu hatırlamıyorum.

Bent u uw telefoonnummer wel eens vergeten?

Hiç telefon numaranı unuttun mu?

Maria kende noch zijn naam, noch zijn telefoonnummer.

- Maria onun ne adını ne de telefon numarasını biliyordu.
- Maria ne onun adını ne de telefon numarasını biliyordu.

Wat is het telefoonnummer van de Tokyo Dome?

Tokyo Dome için telefon numarası nedir?

- Mag ik je telefoonnummer?
- Mag ik je nummer?

Telefon numaranızı alabilir miyim?

Ik heb het telefoonnummer op het notitieblok geschreven.

Onun telefon numarasını bloknota yazdım.

"Wat is jouw telefoonnummer?" "Het is 1234-5678."

"Telefon numaran nedir?" "1234-5678'dir."

"Mag ik jouw telefoonnummer?" "Ja! Het is 1234-5678."

"Telefon numaranı alabilir miyim?" "Evet! O 1234-5678'dir."

Ik zou graag weten hoe je aan mijn telefoonnummer geraakt bent.

Telefon numaramı nasıl bulduğunu bilmek istiyorum.

Tom schreef zijn telefoonnummer op een servet en gaf ze aan Maria.

Tom telefon numarasını bir peçeteye yazdı ve Mary'ye uzattı.

- Geef me jouw telefoonnummer, voor de zekerheid.
- Geef me jouw gsm-nummer, voor de zekerheid.

Her ihtimale karşı, bana telefon numaranı ver.