Translation of "Telt" in Spanish

Iedereen telt.

Cada persona cuenta.

Elke minuut telt.

Cada minuto cuenta.

Een week telt zeven dagen.

Una semana tiene siete días.

- Telt dat?
- Doet dat ertoe?

¿Eso vale?

Het Engels alfabet telt 26 letters.

El alfabeto inglés tiene 26 letras.

Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Hombre prevenido vale por dos.

Hoeveel letters telt het Engelse alfabet?

- ¿Cuántas letras tiene el alfabeto inglés?
- ¿Cuántas letras hay en el alfabeto inglés?

Hoeveel inwoners telt Frankrijk in zijn geheel?

¿Cuál es la población total de Francia?

Mexico telt half zo veel mensen als Japan.

Méjico tiene la mitad de población que Japón.

- Alles telt.
- Alles doet ertoe.
- Alles is belangrijk.

Todo importa.

- Doet het ertoe?
- Telt dit?
- Is dat belangrijk?

¿Es importante?

"Het is niet de tuin , maar het tuinieren dat telt."

"No es el jardín, es la jardinería lo que cuenta".

Wat telt is niet wat ge weet, maar wie ge kent.

No importa lo que sepas, sino a quién conozcas.

Het enige wat telt is het vinden van een goedkope auto.

La única cosa que importa es encontrar un auto barato.

- De stad heeft ongeveer 100.000 inwoners.
- De stad telt ongeveer 100.000 inwoners.

La ciudad tiene aproximadamente 100.000 habitantes.

- Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
- Een gewaarschuwd man is er twee waard.

Hombre prevenido vale por dos.

Een hand telt vijf vingers: de duim, de wijsvinger, de middelvinger, de ringvinger en de pink.

La mano tiene cinco dedos: el pulgar, el índice, el medio, el anular y el meñique.

- De hand heeft vijf vingers: duim, wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink.
- Een hand telt vijf vingers: de duim, de wijsvinger, de middelvinger, de ringvinger en de pink.

La mano tiene cinco dedos: el pulgar, el índice, el medio, el anular y el meñique.