Translation of "Gestolen" in Spanish

0.007 sec.

Examples of using "Gestolen" in a sentence and their spanish translations:

- Mijn mobiele telefoon was gestolen.
- Mijn mobieltje was gestolen.

- Me han robado el móvil.
- Me han afanado el celular.

Wat is er gestolen?

¿Qué fue robado?

Mijn horloge was gestolen.

Me robaron el reloj.

Mijn pen is gestolen.

Me robaron mi pluma.

Haar handtas is gestolen.

A ella le robaron el bolso.

Mijn fiets is gestolen.

- Mi bicicleta fue robada.
- Me han robado mi bicicleta.
- Se robaron mi bicicleta.

Mijn horloge is gestolen.

- Mi reloj ha sido robado.
- Me han robado el reloj.

Mijn fiets werd gestolen.

Se robaron mi bicicleta.

Mijn camcorder is gestolen.

Me han robado mi videocámara.

Mijn geld werd gestolen.

Me robaron el dinero.

Mijn rugzak is gestolen.

Me robaron mi mochila.

Iemand heeft mijn paspoort gestolen.

Me han robado el pasaporte.

Hij heeft mijn horloge gestolen.

- Él robó mi reloj.
- Me robó el reloj.

Iemand heeft haar geld gestolen.

Alguien le robó su dinero.

Mijn fiets is gisteren gestolen.

Ayer me robaron la bicicleta.

Wie heeft de appels gestolen?

¿Quién robó las manzanas?

Gister werd mijn horloge gestolen.

- Ayer me robaron el reloj.
- Ayer me robaron mi reloj.

Mijn auto is gisteravond gestolen.

Anoche me robaron el coche.

Wie heeft zijn hart gestolen?

¿Quién le robó su corazón?

Wie heeft de appel gestolen?

¿Quién robó la manzana?

Men heeft mijn tas gestolen.

- Mi bolsa fue robada.
- Me robaron mi mochila.

Iemand heeft mijn tennisracket gestolen.

Alguien ha robado mi raqueta de tenis.

Hij heeft het geld gestolen.

Él robó el dinero.

Iemand heeft mijn rijbewijs gestolen.

Alguien se robó mi licencia de conducir.

Zijn zak is gisteren gestolen.

Ayer le robaron su bolso.

Hij heeft geld van mij gestolen.

Él me robó dinero.

Iemand heeft al mijn geld gestolen.

Alguien ha robado todo mi dinero.

Die man heeft mijn portemonnee gestolen.

- Aquel hombre me robó la cartera.
- Ese tipo me robó la billetera.

Zijn auto werd bij die parkeerplaats gestolen.

Le robaron su auto en el estacionamiento.

Men heeft gisteren geld van mij gestolen.

Ayer me robaron dinero.

Ik denk dat mijn koffer gestolen was.

- Creo que mi maleta fue robada.
- Creo que me robaron la maleta.

Zijn auto werd gestolen bij klaarlichte dag.

Su coche fue robado en pleno día.

- Ik ben kwaad omdat iemand mijn fiets gestolen heeft.
- Ik ben boos omdat iemand mijn fiets heeft gestolen.

Estoy enojada porque alguien robó mi bicicleta.

De jongen ontkende de fiets gestolen te hebben.

El niño negó haber robado la bicicleta.

Denkt iedereen dat ik het geld heb gestolen?

- ¿Todos piensan que yo robé el dinero?
- ¿Todos piensan que fui yo quien robó el dinero?

Men heeft mijn fiets gestolen in het museum.

Me robaron la bicicleta en el museo.

Ik denk dat iemand mijn wachtwoord gestolen heeft.

Creo que alguien me ha robado mi contraseña.

Dat is de vrouw wier auto's gestolen zijn.

Esta es la mujer a quien robaron los coches.

Tijdens onze afwezigheid werd er uit ons huis gestolen.

Robaron nuestra casa mientras estábamos fuera.

- Hij heeft mijn horloge gestolen.
- Hij stal mijn horloge.

- Él robó mi reloj.
- Me robó el reloj.

Ik ben kwaad omdat iemand mijn fiets gestolen heeft.

Estoy enojada porque alguien robó mi bicicleta.

De dingen die je gestolen hebt tot iets eigens maken.

tomar las cosas que robaste y hacerlas tuyas.

Ik kan niet ophouden aan het gestolen geld te denken.

No puedo dejar de pensar en el dinero robado.

Ik wist niet dat de auto van Tom gestolen was.

No sabía que el auto de Tom estaba robado.

Of ik ben mijn uurwerk verloren, of iemand heeft het gestolen.

O perdí mi reloj, o alguien lo robó.

De dief zei aan de politie dat hij niets gestolen had.

El ladrón le dijo al policía que no había robado nada.

Mijn auto is gestolen. Hij staat niet waar ik hem geparkeerd heb.

Me han robado mi coche. No está donde lo aparqué.

De politie heeft bijna een maand lang naar de gestolen goederen gezocht.

La Policía lleva casi un mes buscando los bienes robados.

De politie had al bijna een maand gezocht naar de gestolen goederen.

La Policía lleva casi un mes buscando los bienes robados.

- De haas stal een wortel uit de tuin.
- De haas heeft een wortel uit de tuin gestolen.

La liebre se robó una zanahoria del jardín.

De politie is er heel goed in om te begrijpen dat iemand mijn creditcard gestolen heeft en een heleboel geld heeft opgenomen. Het is veel moeilijker om ze bij te brengen dat "iemand mijn magische zwaard gestolen heeft".

A la policía le es muy sencillo comprender que alguien ha robado mi tarjeta de crédito y se ha llevado una enorme cantidad de dinero. Es mucho más difícil hacerles comprender que "alguien ha robado mi espada mágica".