Translation of "Dollar" in Spanish

7 dollar, alstublieft.

Siete dólares, por favor.

- Het kost slechts tien dollar!
- Het kost maar tien dollar!

¡Solo cuesta diez dólares!

- Het kostte ongeveer twintig dollar.
- Het was ongeveer twintig dollar.

Eran unos veinte dólares.

- Dat boek kost 4 dollar.
- Dit boek kost 4 dollar

El precio de este libro es de 4 dólares.

Slechts 146 miljoen dollar.

es de solo USD 146 millones.

Hij had vijftig dollar.

Él tenía 50 dólares.

Geef me honderd dollar.

Dame cien dólares.

Wortels kosten drie dollar.

Las zanahorias cuestan tres dólares.

Ze verdiende dertigduizend dollar.

Ella ganó treinta mil dólares.

- Tom heeft mij dertig dollar gegeven.
- Tom gaf me dertig dollar.

Tom me dio treinta dólares.

- Ik ben je tien dollar schuldig.
- Ik moet u tien dollar.

Te debo diez dólares.

Dit boek kost 4 dollar

Este libro cuesta cuatro dólares.

Ik betaalde hem vijf dollar.

Le pagué cinco dólares.

Waar is de ontbrekende dollar?

¿Dónde está el dólar que falta?

Hij had maar honderd dollar.

Él solo tenía 100 dólares.

Hij werd 10.000 dollar betaald.

Le pagaron 10.000 dólares.

Veertig dollar voor zeven dagen.

40 dólares por siete días.

We hebben maar twee dollar.

Tenemos sólo dos dólares.

Deze cd kost tien dollar.

- Comprar el CD cuesta 10 dólares.
- Este CD cuesta $10.
- Este CD vale diez dólares.

Ik geef je vijf dollar.

- Te doy 5 dólares.
- Te doy cinco dólares.

Dit hemd kost tien dollar.

Esta camisa cuesta diez dólares.

Die hoed kostte vijftig dollar.

Ese sombrero costaba cincuenta dólares.

Deze hoed kostte tien dollar.

Este sombrero costó diez dólares.

Het kostte me tien dollar.

Me costó 10 dólares.

Creatief Europa geeft 2,4 miljard dollar

"Europa creativa" dará USD 2400 millones

Met vijf miljard dollar in ngo's.

con 5000 millones de dólares invertidos en ONGs,

De bank leende hem vijfhonderd dollar.

El banco le prestó 500 dólares.

In biljetten van tien dollar, alstublieft!

En billetes de diez dólares, por favor.

Ze verdient 30 dollar per dag.

Ella gana 30 dólares al día.

Hij spaart tien dollar per week.

Él ahorra 10 dólares cada semana.

Ik ben hem 10 dollar schuldig.

Le debo 10 dólares.

Dit kostte minder dan vijftien dollar.

Costó menos de quince dólares.

Ik heb ongeveer vijftig dollar betaald.

Pagué unos 50 dólares.

Het kostte minder dan vijftig dollar.

Costaba menos de cincuenta dólares.

Nick is mij tien dollar verschuldigd.

Nick me debe diez dólares.

Ik ben je tien dollar schuldig.

Te debo diez dólares.

Ik heb maar drie dollar uitgegeven.

Sólo gasté tres dólares.

Dat is dan zeven dollar, alstublieft.

Siete dólares, por favor.

Duizend dollar is een hele som.

Mil dólares es una gran suma.

Hij verdient twintig dollar per dag.

Él gana veinte dólares al día.

Het zal ongeveer vijftien dollar kosten.

Costará alrededor de quince dólares.

- Ik heb tien dollar aan een boek uitgegeven.
- Ik heb tien dollar uitgegeven aan een boek.

Gasté diez dólares en un libro.

En Dean antwoordt daarop: "Een miljoen dollar."

Y Dean respondió: "Un millón de dólares".

Dat kost honderden miljoenen dollar -- per stuk.

Cada uno cuesta millones de dólares.

Honderd cent is gelijk aan een dollar.

- Cien centavos hacen un dólar.
- Cien centavos son un dólar.

Maria betaalde haar lunch met vijf dollar.

María pagó su almuerzo con cinco dólares.

De yen stijgt en de dollar daalt.

El yen está subiendo y el dólar está cayendo.

Ik leg iedere maand 10 dollar opzij.

Ahorro 10 dólares cada mes.

Henry heeft niet meer dan zes dollar.

Henry no tiene más de seis dólares.

Ik heb het voor tien dollar verkocht.

Lo vendí en diez dólares.

Ik kocht het voor ongeveer twaalf dollar.

Lo compré por alrededor de doce dólares.

Mijn echtgenoot verdient honderdduizend dollar per jaar.

Mi esposo gana 100.000 dólares al año.

Hij legt elke week tien dollar opzij.

Aparta diez dólares cada semana.

Ik heb het gekocht voor tien dollar.

Lo compré por diez dólares.

We schatten de schade op duizend dollar.

Estimamos los daños en mil dólares.

Een dollar is gelijk aan honderd dollarcent.

Un dólar es igual a cien centavos.

Ik heb een dollar op straat gevonden.

Me encontré un dólar en la calle.

Ik kocht een fototoestel voor dertig dollar.

- Compré una cámara a 30 dólares.
- He comprado una cámara por treinta dólares.