Translation of "Dame" in Spanish

De dame bleef stil.

La dama se quedó callada.

Hij begroette de dame.

Él saludó a la dama.

Ken je deze dame?

¿Conoces a esta dama?

Ik heb harten dame.

Tengo la dama de copas.

Wie is deze dame?

¿Quién es esta mujer?

De jonge dame wil dit.

La señorita quiere esto.

- Wat een vrouw.
- Wat een dame.

Vaya mujer.

...in een buitengewone, wiebelige, oude dame in een jurk.

en una anciana extraordinaria, tambaleante y fluida con un vestido.

Hoe heet die dame waarvan men de naam niet mag zeggen?

¿Cómo se llama la mujer que no debe ser nombrada?

- De oude dame is negentig jaar oud, maar haar luciditeit is indrukwekkend.
- De oude dame is negentig jaar oud, maar ze is ongelooflijk helder van geest.

La anciana tiene noventa años, pero su lucidez es impresionante.

Op een eiland in de Seine staat een grote kerk genaamd Notre Dame.

Sobre una isla en el Sena, hay una iglesia grande llamada Notre Dame.

Het is aardig van je een deur open te houden voor een dame.

Es amable de ti tenerle la puerta abierta a una dama.

U zou toch moeten weten dat je een dame niet naar haar leeftijd vraagt.

Usted debería saber que a una dama no se le pregunta su edad.

De politieagent vroeg de oude dame of ze precies kon beschrijven hoe de dief eruitzag.

El policía le preguntó a la anciana si podía describir precisamente cómo se veía el ladrón.

Toen ik mijn ogen weer opendeed, stond er ineens een onbekende dame voor mijn neus.

Cuando abrí otra vez mis ojos, de la nada había una señora desconocida parada en frente mío.

- Hij begroette de vrouw.
- Hij begroette de dame.
- Hij zei de mevrouw hallo.
- Hij zei de vrouw hallo.

Él saludó a la mujer.