Translation of "Wens" in Portuguese

0.005 sec.

Examples of using "Wens" in a sentence and their portuguese translations:

Doe een wens.

Faça um desejo.

- Ik wens u geluk.
- Ik wens je veel succes.

- Felicidades para você.
- Eu te desejo sorte.

- Ik wens je veel succes.
- Ik wens jullie veel succes.
- Ik wens u veel succes.

Desejo bons êxitos.

Wens me veel succes.

Deseje-me sorte.

Ik wens u geluk.

Desejo a você boa sorte.

Was alles naar wens?

A senhora gostou de tudo?

- Ik wens u een zalig kerstfeest.
- Ik wens je een vrolijk kerstfeest.
- Ik wens u een vrolijk kerstfeest.
- Ik wens jullie een vrolijk kerstfeest.

- Eu lhe desejo um feliz Natal.
- Eu lhes desejo um feliz Natal.

- Ik wens je een zalig kerstfeest.
- Ik wens u een zalig kerstfeest.

- Eu lhe desejo um feliz Natal.
- Eu lhes desejo um feliz Natal.

Zijn wens werd uiteindelijk vervuld.

Seu desejo finalmente foi realizado.

Ik heb maar één wens.

Tenho um só desejo.

Ik wens Tom het allerbeste.

Desejo tudo de melhor para Tom.

Ik wens u het beste.

Eu te desejo tudo de bom.

Ik wens je een gelukkig nieuwjaar.

- Eu te desejo um feliz ano novo.
- Desejo-lhe um feliz ano novo.

Ik wens veel zinnen te schrijven.

Quero escrever muitas frases.

Wens nu iedereen een goede nacht!

- Agora deseje a todos uma boa noite!
- Agora deseja a todos uma boa noite!

Uw wens is voor mij een bevel.

Seu desejo é uma ordem.

Ik wens je een goede dag, Tom.

Tenha um bom dia, Tom.

Ik wens u een goede dag, mijnheer!

- Senhor, desejo-lhe um bom dia!
- Desejo-lhe um bom dia, senhor!

- "Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.
- "Wat is uw wens?" vroeg het kleine witte konijntje.

"Qual é o seu desejo?" Perguntou o pequeno coelho branco.

Mijn wens is om deze berg te bedwingen.

- O meu desejo é conquistar essa montanha.
- Meu desejo é vencer esta montanha.
- Meu desejo é conquistar esta montanha.

De wens is de vader van de gedachte.

A necessidade é a mãe da invenção.

Ik ga je nu mijn laatste wens vertellen.

Agora eu vou lhe dizer meu último desejo.

Ik wens u veel geluk op het examen.

Desejo-lhe muita sorte no exame.

De wens komt tussen de nood en de eis.

O desejo emerge entre a necessidade e a demanda.

- Ik heb maar één wens.
- Ik heb slechts één verzoek.

- Eu só tenho um desejo.
- Só tenho um desejo.

- Ik wil niet vergiftigd worden.
- Ik wens niet vergiftigd te worden.

Não quero ser envenenado.

- Ik wens u een goede reis.
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!

- Faça boa viagem.
- Boa viagem!
- Façam boa viagem.

- Ik wil onafhankelijker zijn.
- Ik wens onafhankelijker te zijn.
- Ik wil meer onafhankelijk zijn.

Eu quero ser mais independente.

Hij stuurde het om Thormod zijn wens te vervullen, dat hij zich bij Olav kon voegen.

Ele o enviou para dar a Thormod seu desejo, que ele pudesse se juntar a Olav.

- Ik wens dat je hier nu bij me was.
- Ik wou dat je nu hier bij me was.

Quem me dera que estivesses aqui comigo agora.