Translation of "Orde" in Portuguese

Orde!

Ordem!

In orde.

Bem!

Alles in orde!

Está tudo bem!

- Maak dit alsjeblieft in orde.
- Maak dit alstublieft in orde.

Por favor, conserte isto.

- Is alles in orde?
- Is alles goed?
- Alles in orde?

- Está tudo certo?
- Está tudo bem?

Ik ben in orde.

Estou bem.

Alles in orde, baas!

Está tudo em ordem, chefe!

Alles komt in orde.

Tudo correrá bem.

Alles is in orde.

- Está tudo bem.
- Está tudo certo.
- Está tudo em ordem.
- Vai tudo bem.

Is alles in orde hier?

- Está tudo bem aqui?
- Está tudo bem por aqui?

Nee, nee, alles in orde.

Não, não, tudo bem.

Thuis is alles in orde.

- Tá tudo certo em casa.
- Está tudo bem em casa.

Hier is alles in orde.

Aqui está tudo em ordem.

Zijn mijn kinderen in orde?

Os meus filhos estão bem?

Tom is niet in orde

Tom não está bem.

Nu is alles in orde.

- Agora tudo está bem.
- Agora está tudo em ordem.

- Ze zijn in orde.
- Zij zijn in orde.
- Het gaat goed met ze.

Eles estão bem.

Ik ben in orde, dank je.

- Eu vou bem, obrigado.
- Eu estou bem, obrigado.

- Is alles in orde?
- Is alles goed?

- Está tudo em ordem?
- Está tudo bem?

- Fantastisch!
- Perfect!
- 't Is piekfijn in orde.

Nos trinques!

- Alles is in orde.
- Alles is prima.

Está tudo bem.

- Alles komt in orde.
- Alles komt goed.

Tudo vai ficar bem.

- Ik ben in orde.
- Ik ben oké.

- Estou bem.
- Eu vou bem.

- Duidelijk.
- Oké.
- Mij best.
- In orde.
- Goed.

- Tudo bem.
- Ok.

- Tom is in orde.
- Tom is oké.

Tom está bem.

- Oké, chef!
- Oké, baas!
- Alles in orde, baas!

Está tudo em ordem, chefe!

Chaos is orde die nog niet ontcijferd is.

O caos é uma ordem por decifrar.

Ik geloof dat alles nu in orde is.

Eu acho que está tudo bem agora.

Ik ben bij je. Nu is alles in orde.

Você está do meu lado. Agora tudo está bem.

Ik ben blij dat Tom weer in orde komt.

Fico feliz que o Tom vai ficar bem.

- Is alles in orde?
- Alles goed?
- Is alles goed?

Está tudo em ordem?

Doe rustig aan, en alles komt wel weer in orde.

Tranquiliza-se, e tudo acabará bem.

De lerares riep mij tot de orde omdat ik niet oplette.

A professora me chamou a atenção por estar distraído.

- Ik ben oké, dank je.
- Ik ben in orde, dank je.

Eu estou bem, obrigado.

- Akkoord.
- Oké.
- In orde.
- Okidoki.
- Geweldig.
- Fijn.
- Nou!
- Goed!
- Goed zo.

Bom.

- Tom is in orde.
- Tom is oké.
- Met Tom gaat het goed.

O Tom está bem.

- Tom repareert dingen.
- Tom maakt dingen in orde.
- Tom lost dingen op.

Tom conserta coisas.

"Geef mij iets om te schrijven." "Is dat hier goed?" "Ja, in orde."

"Dê-me algo para escrever." "Isso dá?" "Sim, dá."

- Ik ben het ermee eens.
- Akkoord.
- Oké.
- In orde.
- Het is een deal!
- Goed.

Concordo.

- Tom zei dat het Mary goed gaat.
- Tom zei dat Mary in orde is.

O Tom disse que a Mary está bem.

Over het algemeen weet men maar weinig over niet-lineaire differentiaalvergelijkingen van de tweede orde.

Em geral se sabe pouco acerca de equações diferenciais não-lineares de segunda ordem.

Is het in orde als ik mijn hond net zo te eten geef als mijn kat?

Está tudo bem se eu alimentar meu cachorro da mesma maneira que eu alimento meu gato?

- Met mij gaat het goed, dank u.
- Ik ben oké, dank je.
- Ik ben in orde, dank je.

- Eu vou bem, obrigado.
- Eu estou bem, obrigado.

Ik keek elke dag of ze in orde was... ...en vroeg me af of dit haar laatste dag was.

Ia verificar todos os dias se ele estava bem, e pensava: "Será o último dia? Não o irei ver?"

- Het gaat mij goed.
- Het gaat goed met mij.
- Mij gaat het goed.
- Ik ben in orde.
- Het gaat goed met me.

Estou legal.

- Nu ben ik benomen, want ik moet mijn huis in orde brengen.
- Op het moment heb ik het druk want mijn huis moet worden schoongemaakt.

Agora eu estou ocupado porque eu tenho que organizar minha casa.