Translation of "Taxi" in Polish

Ik neem een taxi.

Wezmę taksówkę.

Er wacht een taxi.

Taksówka czeka.

Laten we een taxi nemen.

Weźmy taksówkę.

- Kunt u een taxi voor me bestellen?
- Kunt ge een taxi voor mij bestellen?

Mógłby mi pan zamówić taksówkę?

Neem een taxi naar het hotel.

Weź taksówkę do hotelu.

Hij riep een taxi voor mij.

Zamówił dla mnie taksówkę.

Kan ik hier een taxi nemen?

Czy mogę złapać taksówkę w tej okolicy?

Ze nam de taxi naar het museum.

Pojechała do muzeum taksówką.

- Ik ging met de taxi naar het vliegveld.
- Ik ben met de taxi naar het vliegveld gegaan.

Dotarłem na lotnisko taksówką.

Hoe laat vertrekt de taxi naar het vliegveld?

O której taksówka odjeżdża na lotnisko?

Ik nam een taxi, omdat de bus te laat was.

Wziąłem taksówkę, ponieważ autobus się spóźniał.

Hij stak de hand op om een taxi te stoppen.

Podniósł rękę, by zatrzymać taksówkę.

Ik heb de laatste bus gemist en ik ben met de taxi naar huis gegaan.

Nie udało mi się złapać ostatniego autobusu, więc wróciłem taksówką.