Translation of "Sneeuwen" in Polish

0.003 sec.

Examples of using "Sneeuwen" in a sentence and their polish translations:

- Morgen gaat het sneeuwen.
- Morgen zal het sneeuwen.

Jutro będzie padać śnieg.

Het gaat sneeuwen.

- Będzie padał śnieg.
- Będzie padać śnieg.

- Misschien gaat het sneeuwen.
- Het is mogelijk dat het gaat sneeuwen.
- Misschien zal het sneeuwen.

Może padać śnieg.

- Het is begonnen te sneeuwen.
- Het is beginnen te sneeuwen.

Zaczynało padać.

Het gaat vandaag sneeuwen.

Będzie dzisiaj padać śnieg.

Misschien gaat het sneeuwen.

Może padać śnieg.

Morgen gaat het sneeuwen.

Jutro będzie padać śnieg.

- Misschien gaat het sneeuwen.
- Misschien zal het sneeuwen.
- Misschien sneeuwt het.

Może padać śnieg.

- Misschien gaat het sneeuwen.
- Het is mogelijk dat het gaat sneeuwen.
- Misschien zal het sneeuwen.
- Misschien sneeuwt het.

Może padać śnieg.

Het is weer gaan sneeuwen.

Znowu zaczął padać śnieg.

Vanmiddag gaat het misschien sneeuwen.

Po południu może być śnieg.

Het was aan het sneeuwen.

Padał śnieg.

Een uur geleden stopte het met sneeuwen.

Śnieg przestał padać godzinę temu.

- Het sneeuwt.
- Het is aan het sneeuwen.

Pada śnieg.

- Wanneer ik de gordijnen opende was het aan het sneeuwen.
- Het was aan het sneeuwen wanneer ik de gordijnen opende.

Kiedy odsunąłem zasłony, padał śnieg.

Het was al de hele week aan het sneeuwen.

Od tygodnia pada śnieg.