Translation of "Proef" in Italian

- Proef maar!
- Proef eens.
- Proef maar.

- Prendi un assaggio.
- Prenda un assaggio.
- Prendete un assaggio.

- Probeer!
- Proef maar!
- Proef maar eens!

- Prova!
- Provi!
- Provate!

Proef maar!

- Provaci!
- Prova!
- Provi!
- Provate!
- Ci provi!
- Provateci!

Proef dat eens.

- Assaggia questo.
- Assaggia questa.
- Assaggiate questo.
- Assaggiate questa.
- Assaggi questo.
- Assaggi questa.

Hier, proef eens.

Tieni, assaggia.

Als je je overlevingsvaardigheden elders op de proef wilt stellen...

Se invece preferisci metterti alla prova in un altra parte del mondo,

De duisternis zal een proef zijn voor haar uithoudingsvermogen en vaardigheid.

La lunga oscurità che li aspetta sarà una prova di tenacia e abilità.

- Is hij geslaagd voor het examen?
- Is hij geslaagd voor de proef?

Ha passato il test?