Translation of "Dikker" in Italian

Ik werd dikker.

- Ingrassavo.
- Io ingrassavo.

Tom werd dikker.

- Tom è ingrassato.
- Tom ingrassò.

Je bent dikker geworden.

- Hai messo su del peso.
- Ha messo su del peso.
- Avete messo su del peso.

Bloed is dikker dan water.

- Il sangue non è acqua.
- Il sangue è più spesso dell'acqua.
- La famiglia viene prima di tutto.

Tom lijkt dikker te worden.

Tom sembra che stia ingrassando.

- Hij werd dik.
- Hij werd dikker.

- Ingrassò.
- Lui ingrassò.

- Tom werd dikker.
- Tom werd dik.

Tom ingrassò.

- Zij werd dikker.
- Zij werd dik.

- Ingrassò.
- Lei ingrassò.

- Maria werd dikker.
- Maria werd dik.

Marie ingrassò.

- Wij werden dikker.
- Wij werden dik.

- Ingrassavamo.
- Noi ingrassavamo.

- Zij werden dikker.
- Zij werden dik.

- Ingrassarono.
- Loro ingrassarono.

Als je je haar scheert, groeit het weer dikker terug.

Se ci si rasa i capelli, ricresceranno più spessi.

- Ik word dikker.
- Ik kom bij.
- Mijn gewicht neemt toe.

- Sto aumentando di peso.
- Sto prendendo peso.
- Io sto prendendo peso.

Hij is dikker dan toen ik hem voor het laatst zag.

È più grasso di quando l'ho visto per l'ultima volta.

- Ik ben wat aangekomen.
- Ik ben dikker geworden.
- Ik ben bijgekomen.

Ho preso del peso.

Sommige dikke vrouwen beweren dat ze heel erg weinig eten en toch worden ze dikker.

Alcune donne grasse affermano di mangiare molto poco, ma comunque di ingrassare.