Translation of "Verjaardag" in German

- Gefeliciteerd met je verjaardag!
- Gelukkige verjaardag!

Alles Gute zum Geburtstag!

- Vrolijke verjaardag, opa.
- Fijne verjaardag, opa.

Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Opa!

- Fijne verjaardag, Tom!
- Fijne verjaardag, Tom.

Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Tom!

Gelukkige verjaardag!

- Glückwunsch zum Jahrestag!
- Alles Gute zum Jahrestag!

- Gelukkige verjaardag Muiriel!
- Gefeliciteerd met je verjaardag, Muiriel!
- Fijne verjaardag, Muiriel!

Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Muiriel!

- Wanneer is uw verjaardag?
- Wanneer is het jouw verjaardag?
- Wanneer is je verjaardag?

- Wann hast du Geburtstag?
- Wann ist dein Geburtstag?
- Wann haben Sie Geburtstag?

- Gelukkige verjaardag Muiriel!
- Gefeliciteerd met je verjaardag, Muiriel!

Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Muiriel!

- Wanneer is uw verjaardag?
- Wanneer is je verjaardag?

- Wann hast du Geburtstag?
- Wann ist dein Geburtstag?

Gelukkige verjaardag, Shishir!

Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Shishir!

Gelukkige verjaardag Muiriel!

Alles Gute zum Geburtstag, Muiriel!

Gelukkige verjaardag, Roemenië!

Alles Gute zum Geburtstag, Rumänien!

Fijne verjaardag, Tom!

- Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Tom!
- Alles Gute zum Geburtstag, Tom!

Fijne verjaardag, papa.

Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Papa!

- Wanneer is het jouw verjaardag?
- Wanneer is je verjaardag?

- Wann hast du Geburtstag?
- Wann haben Sie Geburtstag?

- Hij is mijn verjaardag vergeten.
- Hij vergat mijn verjaardag.

Er hat meinen Geburtstag vergessen.

- Vandaag is het uw verjaardag.
- Vandaag is je verjaardag.

- Heute ist dein Geburtstag.
- Heute ist Ihr Geburtstag.

- Gisteren was het mijn verjaardag.
- Gisteren was mijn verjaardag.

- Gestern war mein Geburtstag.
- Ich hatte gestern Geburtstag.

- Morgen is haar verjaardag.
- Morgen is het haar verjaardag.

- Sie hat morgen Geburtstag.
- Morgen ist ihr Geburtstag.

Gefeliciteerd met je verjaardag!

Alles Gute zum Geburtstag!

Ze vergat mijn verjaardag.

Sie hat meinen Geburtstag vergessen.

Wanneer is uw verjaardag?

- Wann hast du Geburtstag?
- Wann haben Sie Geburtstag?

Toms verjaardag was gisteren.

Toms Geburtstag war gestern.

Wanneer is zijn verjaardag?

- Wann hat er Geburtstag?
- Wann ist sein Geburtstag?

We vierden zijn verjaardag.

Wir feierten seinen Geburtstag.

Hoe was uw verjaardag?

Wie war dein Geburtstag?

Gisteren was mijn verjaardag.

- Gestern war mein Geburtstag.
- Ich hatte gestern Geburtstag.

Toms verjaardag was eergisteren.

- Tom hatte vorgestern Geburtstag.
- Toms Geburtstag war vorgestern.

Wanneer is je verjaardag?

- Wann hast du Geburtstag?
- Wann ist dein Geburtstag?

- Gefeliciteerd met je verjaardag, Muiriel!
- Hartelijke gelukwensen om uw verjaardag, Muriel!

- Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Muiriel!
- Alles Gute zum Geburtstag, Muiriel!

- Fijne verjaardag, mevrouw Aiba!
- Hartelijk gefeliciteerd met uw verjaardag, juffrouw Aiba!

- Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Frl. Aiba!
- Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Fräulein Aiba!

- Ze vierde haar vijftiende verjaardag gisteren.
- Ze vierde gisteren haar vijftiende verjaardag.

Sie feierte gestern ihren fünfzehnten Geburtstag.

Het is bijna mijn verjaardag.

- Ich habe bald Geburtstag.
- Bald ist mein Geburtstag.

Haar verjaardag werd groots gevierd.

Ihr Geburtstag wurde groß gefeiert.

Wanneer is mijn broers verjaardag?

Wann hat mein Bruder Geburtstag?

Mijn verjaardag is 22 maart.

Mein Geburtstag ist am 22. März.

Gisteren was het mijn verjaardag.

- Gestern war mein Geburtstag.
- Ich hatte gestern Geburtstag.

Vandaag is mijn zestiende verjaardag.

Heute ist mein sechzehnter Geburtstag.

Toms verjaardag is 25 maart.

- Tom hat am 25. März Geburtstag.
- Tom hat am fünfundzwanzigsten März Geburtstag.

Wanneer is het jouw verjaardag?

- Wann hast du Geburtstag?
- Wann ist dein Geburtstag?

Wij vergeten onze verjaardag niet.

Wir vergessen unseren Geburtstag nicht.

Amy's verjaardag is in oktober.

Amys Geburtstag ist im Oktober.

Hij is mijn verjaardag vergeten.

Er hat meinen Geburtstag vergessen.

Je bent mijn verjaardag vergeten.

- Du hast meinen Geburtstag vergessen.
- Sie haben meinen Geburtstag vergessen.

- Morgen is haar verjaardag.
- Morgen is het haar verjaardag.
- Zij is morgen jarig.

Sie hat morgen Geburtstag.

Ze vierde haar vijftiende verjaardag gisteren.

Sie feierte gestern ihren fünfzehnten Geburtstag.

Ik verheug me op mijn verjaardag.

Ich freue mich auf meinen Geburtstag.

Wat wil je voor je verjaardag?

Was wünschst du dir zum Geburtstag?

Mijn verjaardag is op tien november.

Ich habe am 10. November Geburtstag.

Zijn verjaardag is op vijf mei.

Er hat am 5. Mai Geburtstag.

Hartelijke gelukwensen voor je ronde verjaardag!

Herzlichen Glückwunsch zum runden Geburtstag!

Je krijgt veel cadeautjes voor je verjaardag.

Du wirst eine Menge Geburtstagsgeschenke bekommen.

Hartelijk gefeliciteerd met uw verjaardag, juffrouw Aiba!

- Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Frl. Aiba!
- Herzlichen Glückwunsch zum Geburtstag, Fräulein Aiba!

Op je verjaardag krijg je veel cadeautjes.

Du wirst eine Menge Geburtstagsgeschenke bekommen.

Mijn verjaardag is pas over een maand.

Mein Geburtstag ist erst in einem Monat.

Zij is vanaf haar 18e verjaardag zelfstandig.

Sie lebte selbstständig seit ihrem 18. Geburtstag.

- Ik zal je een fiets voor je verjaardag geven.
- Voor je verjaardag zal ik je een fiets geven.

Ich werde dir ein Fahrrad zum Geburtstag schenken.