Translation of "Uitgaan" in German

0.005 sec.

Examples of using "Uitgaan" in a sentence and their german translations:

Niet uitgaan.

Nicht ausgehen!

Laten we uitgaan.

Lass uns ausgehen!

Laten we vanavond samen uitgaan.

- Lass uns heute Abend zusammen ausgehen.
- Lasst uns heute Abend zusammen ausgehen.

Ik wil met haar uitgaan.

Ich will mit ihr ausgehen.

Hij wil met haar uitgaan.

Er würde gerne mit ihr ausgehen.

Laat het vuur niet uitgaan!

Lass das Feuer nicht ausgehen!

Wil je dat we de kamer uitgaan?

Sollen wir aus dem Zimmer gehen?

Ik zou vandaag liever uitgaan dan thuisblijven.

Ich würde heute lieber ausgehen als zu Hause zu bleiben.

"Ge moogt nu niet uitgaan." "Waarom niet?"

„Du darfst jetzt nicht ausgehen.“ – „Wieso?“

Net toen hij wilde uitgaan, begon er een aardbeving.

Gerade als er hinaus gehen wollte, begann ein Erdbeben.

Ik ben niet zeker of ik zou thuisblijven of uitgaan.

Ich bin mir nicht sicher, ob ich zu Hause bleiben oder ausgehen soll.

Ik kan niet uitgaan omdat ik een week geleden gewond raakte in een ongeval.

Ich kann nicht ausgehen, weil ich mich vor einer Woche bei einem Unfall verletzt habe.

- Ik wilde net uitgaan toen hij me kwam zien.
- Ik wilde net naar buiten gaan toen hij me kwam zien.

Ich wollte gerade rausgehen, als er mich besuchen kam.