Translation of "Opzij" in German

Ga opzij.

Rutsch mal.

Ga een beetje opzij!

Rück' ein wenig!

Ze trok het gordijn opzij.

- Sie zog die Gardine zur Seite.
- Sie zog den Vorhang zur Seite.

- Opzij!
- Ga uit de weg!

Geh aus dem Weg!

- Ga opzij.
- Ga aan de kant.

- Zur Seite.
- Geh zur Seite!
- Gehen Sie zur Seite!

Tom heeft veel geld opzij gezet.

Tom hat eine Menge Geld auf die Seite gelegt.

Hij legt elke week tien dollar opzij.

Er legt jede Woche zehn Dollar zur Seite.

- Wegwezen!
- Opzij!
- Uit de weg!
- Lazer op!

Hauen Sie ab!

- Ga opzij.
- Schuif op.
- Schuif eens op.

Rutsch mal.

Hij ging opzij om haar door te laten.

Er ging auf die Seite, um sie vorbeizulassen.

- Aan de kant.
- Ga aan de kant.
- Opzij.
- Opschuiven.

Rutsch mal ein Stück!

Ik zette een stap opzij, om hem te laten doorgaan.

Ich ging zur Seite, sodass er vorbeigehen konnte.

Je zou wat geld opzij moeten leggen voor jouw bruiloft.

Du solltest etwas Geld für deine Hochzeit beiseite legen.

Ik deed een stap opzij om hem naar binnen te laten gaan.

Ich machte einen Schritt zu Seite, um ihn eintreten zu lassen.

Mijn grootvader heeft mij de goede gewoonte geleerd, geld opzij te leggen voor kwade dagen.

Mein Großvater hat mich die gute Gewohnheit gelehrt, Geld für schlechte Zeiten beiseite zu legen.

- Mijn grootvader heeft mij geleerd een appeltje voor de dorst te bewaren.
- Mijn grootvader heeft mij de goede gewoonte geleerd, geld opzij te leggen voor kwade dagen.

Mein Großvater hat mich die gute Gewohnheit gelehrt, Geld für schlechte Zeiten beiseite zu legen.

- Scheer je weg!
- Ga weg!
- Weg!
- Wegwezen!
- Weg van hier!
- Maak dat je wegkomt!
- Opzij.
- Opschuiven.
- Loop weg!
- Maak dat jullie wegkomen.
- Maak dat u wegkomt!
- Ga weg hier.

- Geh weg!
- Verpiss dich!
- Hau ab!
- Verschwinde!
- Verdufte!
- Mach dich fort!
- Zieh Leine!
- Mach dich vom Acker!
- Verzieh dich!
- Verkrümele dich!
- Troll dich!
- Zisch ab!
- Pack dich!
- Mach ’ne Fliege!
- Schwirr ab!
- Mach die Sause!
- Scher dich weg!
- Scher dich fort!