Translation of "Leerlingen" in German

De leerlingen lachten.

Die Schüler lachten.

Hoeveel leerlingen heb je?

Wie viele Schüler hast du?

De leerlingen moeten meer studeren.

Die Schüler sollten fleißiger lernen.

Hoeveel leerlingen heeft jouw school?

Wie viele Schüler sind auf deiner Schule?

De leraar verwelkomde de leerlingen.

Der Lehrer hat die neuen Schüler begrüßt.

Deze klas heeft 35 leerlingen.

In dieser Klasse sind 35 Schüler.

- Hier moeten alle leerlingen Frans leren.
- Hier zijn alle leerlingen verplicht Frans te leren.

Hier müssen alle Schüler Französisch lernen.

- We zijn studenten.
- We zijn leerlingen.

Wir sind Studenten.

De leerlingen zaten in een kring.

Die Schüler saßen im Kreis.

De leerlingen zitten in een kring.

Die Schüler haben einen Sitzkreis gebildet.

Hoeveel leerlingen zijn er in totaal?

Wie viele Schüler sind es insgesamt?

Het zijn leerlingen op de middelbare school.

- Sie sind Oberschüler.
- Sie sind Gymnasiasten.

Hoeveel leerlingen zitten er in jouw klas?

Wie viele Schüler sind in deiner Klasse?

Er zitten veertig leerlingen in deze klas.

In dieser Klasse sind vierzig Schüler.

Er zitten veertig leerlingen in onze klas.

In unserer Klasse sind vierzig Schüler.

Hoeveel leerlingen zijn er in uw school?

Wie viele Schüler sind an Ihrer Schule?

Er zijn 200 leerlingen in onze klas.

In unserer Klasse sind 200 Schüler.

De leerlingen gaan te voet naar school.

Die Schüler gehen ihren Schulweg zu Fuß.

Alle leerlingen op onze school leren Frans.

Alle Schüler auf unserer Schule lernen Französisch.

De leerlingen stonden te wachten op de bus.

- Die Schüler warteten auf einen Bus.
- Die Studenten warteten im Stehen auf einen Bus.

Er zijn gemiddeld veertig leerlingen in de klas.

Es sind durchschnittlich vierzig Schüler in der Klasse.

Ze werd verliefd op één van haar leerlingen.

Sie hat sich in einen ihrer Schüler verliebt.

De leraar kan goed met zijn leerlingen omgaan.

Der Lehrer kann mit seinen Schülern gut umgehen.

De leraar en de leerlingen zijn in het museum.

Der Lehrer und die Schüler sind im Museum.

Er zijn geen verlegen leerlingen meer, alleen verlegen meesters.

Es gibt keine schüchternen Lehrlinge mehr, es gibt nur noch schüchterne Meister.

De leraar heeft helemaal geen gezag over zijn leerlingen.

Der Lehrer hat überhaupt keine Autorität bei seinen Schülern.

Dit woordenboek is een goed leermiddel voor leerlingen en leraars.

- Dieses Wörterbuch ist ein gutes Lehrmaterial für Schüler und Lehrer.
- Dieses Wörterbuch ist eine gute Lernhilfe für Lernende und Lehrende.

Hij is een van de populairste leerlingen van de klas.

Er ist einer der beliebtesten Schüler seiner Klasse.

Er waren redelijk wat leerlingen niet in de les vandaag.

Heute haben ziemlich viele Schüler gefehlt.

Ik was een van de beste leerlingen van de klas.

- Ich war einer der klassenbesten Schüler.
- Ich war einer der besten Schüler der Klasse.

Er zijn vandaag veel meer leerlingen in het schoollokaal dan gisteren.

Heute sind viel mehr Schüler im Klassenzimmer als gestern.

Het schoolreglement verplicht de leerlingen tot het dragen van een schooluniform.

Die Schulordnung sieht für Schüler das Tragen einer Schuluniform vor.

Er zijn eenenveertig leraars en ongeveer achthonderd leerlingen in deze school.

Es gibt einundvierzig Lehrer und zirka achthundert Schüler an dieser Schule.

Paul is een van de leerlingen die zullen meedoen aan het schaaktornooi.

Paul ist einer der Schüler, die am Schachturnier teilnehmen.

De leerlingen werden gezegd dat ze het gedicht uit het hoofd moesten leren.

Man sagte den Schülern, dass sie das Gedicht auswendig lernen sollten.

Alle leerlingen van deze school moeten naast Engels nog een andere vreemde taal leren.

Alle Schüler dieser Schule müssen neben Englisch eine weitere Fremdsprache lernen.

Dit boek is bedoeld voor leerlingen die de Japanse taal niet als moedertaal hebben.

Dieses Buch ist für Studenten, deren Muttersprache nicht Japanisch ist.

De oude wiskundeleraar, meneer Müller, heeft een mooiere fiets dan de meeste van zijn leerlingen.

Der alte Mathematiklehrer, Herr Müller, hat ein schickeres Fahrrad als die meisten seiner Schüler.

- De leerlingen werden gezegd dat ze het gedicht uit het hoofd moesten leren.
- De studenten werden gezegd dat ze het gedicht uit het hoofd moesten leren.

Man sagte den Schülern, dass sie das Gedicht auswendig lernen sollten.