Translation of "Koelkast" in German

- De koelkast staat open.
- De koelkast is open.

- Der Kühlschrank ist offen.
- Der Kühlschrank steht offen.

- Hoe oud is jouw koelkast?
- Hoe oud is jullie koelkast?

- Wie alt ist dein Kühlschrank?
- Wie alt ist Ihr Kühlschrank?

Tom opende de koelkast.

- Tom öffnete den Kühlschrank.
- Tom hat den Kühlschrank geöffnet.
- Tom hat den Kühlschrank aufgemacht.

De koelkast is leeg.

Der Kühlschrank ist leer.

De koelkast is open.

Der Kühlschrank ist offen.

De koelkast is dicht.

- Der Kühlschrank ist zu.
- Der Kühlschrank ist geschlossen.

Doe de koelkast dicht.

Mach den Kühlschrank zu.

De koelkast staat open.

Der Kühlschrank steht offen.

De koelkast is vies.

Der Kühlschrank ist schmutzig.

- Tom heeft in de koelkast gekeken.
- Tom keek in de koelkast.

Tom sah in den Kühlschrank.

- Er is melk in de koelkast.
- Er staat melk in de koelkast.

Im Kühlschrank ist Milch.

Een koelkast houdt vlees vers.

Ein Kühlschrank hält Fleisch frisch.

Ik moet de koelkast repareren.

- Ich muss den Kühlschrank reparieren.
- Ich muss den Eisschrank instand setzen.

De kleine koelkast is smerig.

Der kleine Kühlschrank ist dreckig.

Het is in de koelkast.

- Es ist im Kühlschrank.
- Sie ist im Kühlschrank.
- Er ist im Kühlschrank.

De koelkast is helemaal leeg.

Im Kühlschrank herrscht eine gähnende Leere.

Onze koelkast werkt niet meer.

Unser Kühlschrank geht nicht mehr.

Hoe oud is jullie koelkast?

Wie alt ist Ihr Kühlschrank?

De koelkast was helemaal leeg.

Der Kühlschrank war völlig leer.

- Er ligt een fles in de koelkast.
- Er staat een fles in de koelkast.

Eine Flasche steht im Kühlschrank.

Haal de sinaasappels uit de koelkast.

Nehmen Sie die Orangen aus dem Kühlschrank.

De melk is in de koelkast.

Die Milch ist im Kühlschrank.

Zet de tomatensla in de koelkast.

Tu den Tomatensalat in den Kühlschrank.

Er is melk in de koelkast.

Es gibt Milch im Kühlschrank.

Ik heb niets in mijn koelkast.

Ich habe nichts in meinem Kühlschrank.

Er staat melk in de koelkast.

Es gibt Milch im Kühlschrank.

Wat is er in de koelkast?

Was ist im Kühlschrank?

Neem een ei uit de koelkast.

Nimm ein Ei aus dem Kühlschrank.

Kun je eieren bewaren buiten de koelkast?

Kann man die Eier außerhalb des Kühlschranks lassen?

Er ligt een fles in de koelkast.

Dort im Kühlschrank ist eine Flasche.

Er bleef niets in de koelkast over.

Im Kühlschrank blieb nichts über.

Er is nog melk in de koelkast.

Es ist noch etwas Milch im Kühlschrank.

Ik heb alleen boter in de koelkast.

Ich habe nur Butter im Kühlschrank.

Er is geen vlees meer in de koelkast.

Es ist kein Fleisch mehr im Kühlschrank.

Ik heb nog nooit een rode koelkast gezien.

Ich habe noch nie einen roten Kühlschrank gesehen.

Is er iets te drinken in de koelkast?

Ist im Kühlschrank irgendwas zu trinken?

Ik heb alleen maar boter in de koelkast.

Ich habe nur noch Butter im Kühlschrank.

Er is geen restje eten in de koelkast.

Es ist kein Essen übrig im Kühlschrank.

Tom heeft ook de selderij in de koelkast gelegd.

Tomo legte auch den Sellerie in den Kühlschrank.

Hoe komt het dat er geen eten in mijn koelkast is?

Warum ist kein Essen in meinem Kühlschrank?

Onze diepvries stond onder de koelkast; we moesten hem dichthouden met tape.

Den Gefrierschrank unter dem Kühlschrank verschlossen wir mit Klebeband.

Het was alsof ik een koelkast achter me door het woud trok.

Es klang, als schleifte ich einen Kühlschrank hinter mir her.

Als je bananen in de koelkast stopt, wordt de schil helemaal bruin.

Wenn du Bananen in den Kühlschrank legst, wird die Schale ganz braun.

Ik heb een nieuwe koelkast nodig omdat de oude erg klein is.

Ich brauche einen neuen Kühlschrank, weil der alte so klein ist.

Ik heb wat melk gedronken en de rest in de koelkast bewaard.

Ich trank etwas von der Milch, den Rest stellte ich in den Kühlschrank.

In een dergelijk woordenboek zouden er ten minste twee zinnen met "koelkast" moeten zijn.

In einem Wörterbuch wie diesem sollte es mindestens zwei Sätze mit "Kühlschrank" geben.

Tom at een deel van de ham en legde toen de rest in de koelkast.

Tom aß etwas von dem Schinken und legte den Rest dann in den Kühlschrank.

- Is er iets te drinken in de frigo?
- Is er iets te drinken in de koelkast?

Ist im Kühlschrank irgendwas zu trinken?