Translation of "Hawaï" in German

0.004 sec.

Examples of using "Hawaï" in a sentence and their german translations:

Van San Francisco naar Hawaï.

von San Francisco nach Hawaii segelte.

- Zijt ge al eens op Hawaï geweest?
- Hebt ge Hawaï al eens bezocht?

- Bist du jemals in Hawaii gewesen?
- Warst du schon einmal auf Hawaii?

- We verbleven in Hawaï met Kerstmis.
- We zijn met Kerstmis in Hawaï gebleven.

Wir verbrachten die Weihnachtstage auf Hawaii.

- Ik wil volgend voorjaar naar Hawaï.
- In de volgende lente wil ik naar Hawaï.

Im nächsten Frühling will ich nach Hawaii.

Hawaï is een populaire toeristische bestemming.

Hawaii ist ein beliebtes Touristenziel.

Hawaï is een paradijs op aarde.

- Hawaii ist ein Paradies auf Erden.
- Hawaii ist das Paradies auf Erden.

Volgende zomer wil ik naar Hawaï.

Im nächsten Sommer will ich nach Hawaii.

Er is geen bier op Hawaï.

Es gibt kein Bier auf Hawaii.

Ik ga bij mijn tante op Hawaï logeren.

Ich bin dabei mit meiner Tante in Hawaii zu wohnen.

In de volgende lente wil ik naar Hawaï.

Ich will im nächsten Frühling nach Hawaii.

Ik zou ook wel eens naar Hawaï willen.

Auch ich gehe gern nach Hawaii.

Ze is een paar keer naar Hawaï geweest.

Sie war schon mehrere Male in Hawaii.

De administratie besliste de zetel van de firma te verplaatsen naar Hawaï.

Die Verwaltung beschloss, den Sitz der Firma nach Hawaii zu verlegen.

Op Hawaï kan men het hele jaar door in de zee baden.

Auf Hawaii kann man das ganze Jahr im Meer baden.

Ik ga komende week naar Hawaï, dus moet ik bij de bank wat yens wisselen voor dollars.

Ich will nächste Woche nach Hawaii und muß noch auf die Bank um einige Yen in Dollar tauschen.