Translation of "Begrijp" in German

- Ik begrijp uw gevoelens.
- Ik begrijp je gevoelens.
- Ik begrijp je gevoel.

Ich verstehe dein Empfinden.

- Ik begrijp uw taal.
- Ik begrijp jouw taal.
- Ik begrijp jullie taal.

- Ich verstehe deine Sprache.
- Ich verstehe Ihre Sprache.

- Ik begrijp uw taal.
- Ik begrijp je taal.

- Ich verstehe deine Sprache.
- Ich verstehe Ihre Sprache.

- Ik begrijp je taal.
- Ik begrijp jouw taal.

Ich verstehe deine Sprache.

- Ik begrijp je gevoelens.
- Ik begrijp je gevoel.

Ich verstehe dein Empfinden.

Begrijp je me?

Verstehst du mich?

Dat begrijp ik.

Ich verstehe das.

Ik begrijp jullie.

Ich verstehe dich.

Ik begrijp het.

Ich verstehe.

Ik begrijp hem.

Ich verstehe ihn.

Begrijp je haar?

Verstehst du sie?

- Begrepen.
- Ik begrijp het.
- Ik snap het!
- Oké.
- Ik begrijp dat wel.
- Dat begrijp ik.

Ich verstehe.

- Ik begrijp je vraag niet.
- Ik begrijp jullie vraag niet.
- Ik begrijp uw vraag niet.

- Ich verstehe deine Frage nicht.
- Ich verstehe eure Frage nicht.
- Ich verstehe Ihre Frage nicht.

- Ik begrijp die zin niet.
- Ik begrijp de zin niet.

Ich verstehe den Satz nicht.

- Ik begrijp jullie vraag niet.
- Ik begrijp uw vraag niet.

- Ich verstehe eure Frage nicht.
- Ich verstehe Ihre Frage nicht.

Ik begrijp dat niet,

Ich verstehe das nicht,

Begrijp me niet verkeerd.

Verstehen Sie mich nicht falsch,

Begrijp je dit boek?

Verstehst du dieses Buch?

Begrijp je het verschil?

- Erkennst du den Unterschied?
- Verstehst du den Unterschied?
- Verstehen Sie den Unterschied?
- Versteht ihr den Unterschied?

Nu begrijp ik het.

- Nun verstehe ich.
- Jetzt verstehe ich es.
- Jetzt verstehe ich.
- Jetzt hab ich es verstanden.

Begrijp je de missie?

Verstehst du die Mission?

Ik begrijp u niet.

Ich verstehe Sie nicht.

Ik begrijp het niet.

Ich verstehe das nicht.

Begrijp jij deze taal?

Verstehst du diese Sprache?

Ik begrijp je niet.

Ich verstehe dich nicht.

Ik begrijp je gevoel.

Ich verstehe dein Empfinden.

Ik begrijp Tom niet.

Ich verstehe Tom nicht.

Ik begrijp kunst niet.

Ich habe kein Kunstverständnis.

Begrijp je me nu?

Verstehst du mich jetzt?

Ik begrijp jullie niet.

Ich verstehe euch nicht.

Ik begrijp dat wel.

Ich verstehe.

- Ik begrijp alles wat je zei.
- Ik begrijp alles wat u zei.
- Ik begrijp alles wat jullie zeiden.

Ich verstehe alles, was du gesagt hast.

- Ik begrijp het min of meer.
- In zekere zin begrijp ik het.

- Eigentlich verstehe ich.
- In etwa verstehe ich es.

- Ik begrijp niet wat u bedoelt.
- Ik begrijp niet wat je bedoelt.

- Ich weiß nicht, was du meinst.
- Ich verstehe nicht, was du meinst.
- Ich verstehe nicht, was ihr meint.
- Ich verstehe nicht, was Sie meinen.

- Sorry, ik begrijp het niet.
- Het spijt me, ik begrijp het niet.

Tut mir leid, ich versteh das nicht.

- Ik begrijp het meer of minder.
- Ik begrijp het min of meer.

Ich verstehe es mehr oder weniger.

- Ik begrijp niet wat je zegt.
- Ik begrijp niet wat u zegt.

- Ich verstehe nicht, was du sagst.
- Ich kann nicht verstehen, was Sie sagen.
- Ich verstehe nicht, was Sie sagen.
- Ich verstehe nicht, was ihr sagt.

Ik begrijp dit woord niet.

Ich verstehe dieses Wort nicht.

Ik begrijp het gewoon niet.

Ich verstehe das einfach nicht.

Nee, ik begrijp het niet.

Nein, ich verstehe nicht.

Ik begrijp jullie vraag niet.

- Ich verstehe eure Frage nicht.
- Ich verstehe Ihre Frage nicht.

Begrijp je wat ik bedoel?

- Verstehst du, was ich sagen will?
- Verstehst du, was ich meine?

Ik begrijp wat ze zegt.

Ich kann verstehen, was sie sagt.

Ik begrijp een beetje Duits.

Ich verstehe ein bisschen Deutsch.

Ik begrijp de spelregels niet.

Ich verstehe die Spielregeln nicht.

Begrijp je wat hier gebeurt?

- Verstehen Sie, was hier geschieht?
- Verstehst du, was hier geschieht?
- Versteht ihr, was hier geschieht?
- Verstehst du, was hier vor sich geht?
- Verstehen Sie, was hier vor sich geht?
- Versteht ihr, was hier vor sich geht?

Ik begrijp dit gedicht niet.

Ich verstehe dieses Gedicht nicht.

Ik begrijp de muziek niet.

- Ich verstehe die Musik nicht.
- Ich höre die Musik nicht.

Ik begrijp de voetbalmanie niet.

Die Fußballmanie verstehe ich nicht.

Ik begrijp het. Hartelijk bedankt.

Ich verstehe. Vielen Dank.

Ik begrijp dit land niet.

Ich verstehe dieses Land nicht.

Ik begrijp die zin niet.

Ich verstehe den Satz nicht.

Ik begrijp wat je zegt.

Ich verstehe, was du sagst.

Ik begrijp zijn grapje niet.

- Ich verstehe seinen Witz nicht.
- Ich verstehe ihren Witz nicht.

Ik begrijp er niks van.

Ich verstehe nur Bahnhof.

Ik begrijp het zo'n beetje.

Ich verstehe ungefähr.

Ik begrijp dat woord niet.

Ich kann dieses Wort nicht verstehen.

Ik begrijp de zin niet.

Ich verstehe den Satz nicht.

Ik begrijp daar niets van.

Davon verstehe ich nichts.