Translation of "Wens" in French

Wat wens je?

Que désires-tu ?

Wens je iets?

- Tu veux quelque chose ?
- Voudrais-tu quelque chose ?

Doe een wens.

- Fais un souhait !
- Faites un souhait !

- Ik wens u geluk.
- Ik wens je veel succes.

- Je vous souhaite bonne chance.
- Je te souhaite bonne chance.

- Ik wens je veel succes.
- Ik wens jullie veel succes.
- Ik wens u veel succes.

Je vous souhaite un bon succès.

Ik wens je geluk.

- Je te souhaite du bonheur.
- Je vous souhaite du bonheur.

Ik wens u geluk.

- Je vous souhaite bonne chance.
- Je te souhaite bonne chance.

- Ik wens u een zalig kerstfeest.
- Ik wens je een vrolijk kerstfeest.
- Ik wens u een vrolijk kerstfeest.
- Ik wens jullie een vrolijk kerstfeest.

- Je vous souhaite un joyeux Noël.
- Je te souhaite un joyeux Noël.

- Ik wens je een zalig kerstfeest.
- Ik wens u een zalig kerstfeest.

Je vous souhaite un joyeux Noël.

Zijn wens werd uiteindelijk vervuld.

Son vœu a finalement été réalisé.

Ik wens onafhankelijker te zijn.

Je veux être plus indépendant.

Ik wens Tom het allerbeste.

Je souhaite le meilleur à Tom.

Ik heb maar één wens.

Je n'ai qu'un vœu.

- Haar wens is voor mij een bevel.
- Uw wens is voor mij een bevel.
- Hun wens is voor mij een bevel.

Votre désir est pour moi un ordre.

- Wens je iets?
- Wil je iets?

Tu veux quelque chose ?

Ik wens u een goede reis.

Je vous souhaite un bon voyage.

Ik wens je een gelukkig nieuwjaar.

- Je vous souhaite une bonne année.
- Je te souhaite une bonne année.

Is uw wens in vervulling gegaan?

- Ton désir s'est-il réalisé ?
- Votre désir s'est-il accompli ?

Ik wens veel zinnen te schrijven.

Je souhaite écrire plusieurs phrases.

Jullie wens is makkelijk te vervullen.

Ton vœu est facile à exaucer.

- Ik wil vis.
- Ik wens vis.

Je veux du poisson.

Uw wens is voor mij een bevel.

Ton désir est pour moi un ordre.

Deze dag werd mijn liefste wens vervuld.

Ce jour-là, mon plus ardent désir s'accomplit.

Ik wens je een goede dag, Tom.

Bonne journée, Tom.

- "Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.
- "Wat is uw wens?" vroeg het kleine witte konijntje.

"Quel est ton souhait ?" demanda le petit lapin blanc.

- Ik wens u vrede en geluk toe met Kerstmis.
- Ik wens je vrede en geluk toe met Kerstmis.
- Ik wens jullie vrede en geluk toe met Kerstmis.

- Je vous adresse mes vœux de paix et de joie à Noël.
- Je t'adresse mes vœux de paix et de joie à Noël.

- Ik wens u vrede en geluk toe met Kerstmis.
- Ik wens je vrede en geluk toe met Kerstmis.

Je t'adresse mes vœux de paix et de joie à Noël.

Ik wens dat hij in ons team was.

J'aimerais qu'il fasse partie de notre équipe.

- Wil je binnenkomen?
- Wens je binnen te komen?

Tu veux entrer ?

Mijn wens is om deze berg te bedwingen.

Mon désir est de vaincre cette montagne.

"Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.

"Quel est ton souhait ?" demanda le petit lapin blanc.

De wens is de vader van de gedachte.

La nécessité est mère de l'invention.

De wens komt tussen de nood en de eis.

Le désir émerge entre nécessité et demande.

Ik wens jullie vrede en geluk toe met Kerstmis.

- À Noël, je te souhaite paix et bonheur.
- À Noël, je vous souhaite paix et bonheur.

Ik wens dat ge de kamer vlug in orde brengt.

Je veux que tu ranges la pièce rapidement.

- Ik heb maar één wens.
- Ik heb slechts één verzoek.

Je n'ai qu'un vœu.

- Haar enige wens was haar enige zoon een laatste keer terug te zien.
- Haar enige wens was, haar zoon nog eens te zien.

- Son seul désir était de revoir son fils une fois de plus.
- Son unique désir était de revoir son fils une dernière fois.

Ik wens jullie allemaal een zalig kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar.

Je vous souhaite à tous un joyeux Noël et une bonne année.

- Ik wil niet vergiftigd worden.
- Ik wens niet vergiftigd te worden.

- Je ne veux pas être empoisonné.
- Je ne veux pas être empoisonnée.

Zijn enige wens was, zijn zoon nog eens terug te zien.

Son seul désir était de revoir son fils une fois de plus.

- Ik wens veel zinnen te schrijven.
- Ik wil veel zinnen schrijven.

Je souhaite écrire plusieurs phrases.

Dat is niet de wereld die ik wens voor mijn tweejarig zoontje.

Ce n'est pas le monde que je veux pour mon fils de deux ans.

De consumptie van de ene man wordt de wens van zijn buurman.

La consommation d'une personne devient le souhait de son prochain.

- Ik wens u een goede reis.
- Goede reis!
- Een goede reis gewenst!

- Faites un bon voyage !
- Faites bon voyage.
- Bon voyage !
- Je vous souhaite un bon voyage.
- Je te souhaite un bon voyage.

Wens je meer info over onze activiteiten? Abonneer je hier op de nieuwsbrief.

Vous désirez plus d'informations sur nos activités ? Abonnez-vous dès maintenant à notre lettre d'information.

- Ik wil onafhankelijker zijn.
- Ik wens onafhankelijker te zijn.
- Ik wil meer onafhankelijk zijn.

Je veux être plus indépendant.

Hij stuurde het om Thormod zijn wens te vervullen, dat hij zich bij Olav kon voegen.

Il l'envoya pour donner à Thormod son souhait, qu'il puisse rejoindre Olav.

- Ik wens dat je hier nu bij me was.
- Ik wou dat je nu hier bij me was.

- J'aimerais que tu sois là avec moi en ce moment.
- J'aimerais que vous soyez là avec moi en ce moment.

De verplichting om naar school te gaan wordt zelden geanalyseerd in de verscheidenheid aan onderzoeken naar de verschillende manieren om de wens om te leren bij kinderen te ontwikkelen.

Le caractère obligatoire de la scolarité est rarement analysé dans la multitude d'ouvrages consacrés à l'étude des divers moyens de développer chez les enfants un désir d'apprendre.