Translation of "Vertrouw" in French

0.022 sec.

Examples of using "Vertrouw" in a sentence and their french translations:

- Vertrouw hem.
- Vertrouw haar.

- Faites-lui confiance.
- Fais-lui confiance.

- Ik vertrouw je.
- Ik vertrouw u.
- Ik vertrouw jullie.

- Je me fie à toi.
- J'ai confiance en toi.
- Je te fais confiance.

- Ik vertrouw op u.
- Ik vertrouw op je.
- Ik vertrouw je.
- Ik vertrouw u.
- Ik vertrouw jullie.

J'ai confiance en toi.

- Ik vertrouw op u.
- Ik vertrouw je.
- Ik vertrouw jullie.

- Je me fie à toi.
- J'ai confiance en toi.

Vertrouw me.

- Faites-moi confiance.
- Fais-moi confiance.

Vertrouw Tom.

- Fais confiance à Tom.
- Faites confiance à Tom.

Vertrouw hem.

- Faites-lui confiance.
- Fais-lui confiance.

'Ik vertrouw je. Ik vertrouw je, mens.

"Je te fais confiance, humain.

- Ik vertrouw je niet.
- Ik vertrouw u niet.
- Ik vertrouw jullie niet.

- Je ne vous fais pas confiance.
- Je ne te fais pas confiance.
- Je n'ai pas confiance en toi.
- Je me méfie de toi.

Vertrouw hem niet.

- Ne lui faites pas confiance.
- Ne lui fais pas confiance.

Vertrouw niemand hier!

- Ne fais confiance à personne ici.
- Ne fais confiance à personne ici !

Vertrouw de beer!

Fais confiance à l'ours !

Ik vertrouw Ken.

Je fais confiance à Ken.

Ik vertrouw Tom.

Je compte sur Tom.

Vertrouw op mij.

Fais-moi confiance !

Vertrouw me, Tom.

- Fais-moi confiance, Tom.
- Faites-moi confiance, Tom.

Vertrouw je Tom?

Fais-tu confiance à Tom ?

- Kom op, vertrouw me.
- Kom op, vertrouw me maar.

Allez, fais-moi confiance !

Ik vertrouw u niet.

- Je ne vous crois pas.
- Je ne vous fais pas confiance.

Ik vertrouw politici niet.

Je ne fais pas confiance aux politiciens.

Ik vertrouw hen niet.

Je ne compte pas sur eux.

Ik vertrouw vreemdelingen niet.

Je ne me fie pas aux étrangers.

"Vertrouw me", zei hij.

« Fais-moi confiance », dit-il.

Ik vertrouw helemaal niemand.

Je ne me fie strictement à personne.

Vertrouw hem niet te veel.

N'ayez pas trop confiance en lui.

Ik vertrouw hem niet meer.

- Je n'ai plus confiance en lui.
- Je ne lui fais plus confiance.

Ik vertrouw geen spraakzame personen.

Je ne fais pas confiance aux gens qui sont bavards.

Ik vertrouw zijn verhaal niet.

Je ne crois pas à son histoire.

- Vertrouw hem niet.
- Geloof hem niet.

Ne le crois pas !

Ik vertrouw niemand, zelfs Tom niet.

Je n'ai confiance en personne, pas même en Tom.

Vertrouw hem niet zoveel geld toe!

Ne lui confie pas autant d'argent !

Daar vertrouw ik mijn leven aan toe.

Je veux bien parier ma vie dessus.

Ik vertrouw niet per se op vertalingen.

Je ne fais pas forcément confiance aux traductions.

Hij is de enige vriend die ik vertrouw.

Il est le seul ami en qui j'ai confiance.

Maar ik vertrouw erop dat ik in contact ben.

Mais je sais que je suis reliée à eux.

- Vertrouw je haar?
- Vertrouwt u haar?
- Vertrouwen jullie haar?

- Lui faites-vous confiance ?
- Lui fais-tu confiance ?

Vertrouw geen os vanaf de voorkant, het paard niet vanaf de achterkant en de mensen van beide kanten.

Ne te fie pas d'un bœuf par devant, ni d'un cheval par derrière, et d'un homme ne te fie d'aucun côté.