Translation of "Verkouden" in French

- Ik word snel verkouden.
- Ik ben vaak verkouden.

- J'attrape facilement un rhume.
- Je m'enrhume facilement.
- J'ai tendance à attraper froid.
- J'ai une propension à contracter des rhumes.

- Bent u vaak verkouden?
- Ben je vaak verkouden?

- Êtes-vous souvent enrhumé ?
- Êtes-vous souvent enrhumée ?
- Es-tu souvent enrhumé ?
- Es-tu souvent enrhumée ?

Opa is verkouden.

Grand-père a attrapé froid.

Ik ben verkouden.

- J'ai attrapé un rhume.
- J'ai contracté un rhume.
- Je contractai un rhume.

Hij is verkouden.

Il a attrapé froid.

Kate is verkouden.

- Katrin est enrhumée.
- Kate est enrhumée.

Ik ben vaak verkouden.

J'attrape souvent froid.

Ik word snel verkouden.

- J'ai tendance à attraper froid.
- J'ai une propension à contracter des rhumes.

Ze is gemakkelijk verkouden.

Elle attrape facilement un rhume.

Ze was dikwijls verkouden.

Elle attrapait souvent le rhume.

Ik ben zwaar verkouden.

Je souffre d'un mauvais rhume.

Ik ben zelden verkouden.

Je m'enrhume rarement.

Zij is verkouden en slaapt.

Elle a un rhume et dort.

Ik ben een beetje verkouden.

J'ai un léger rhume.

We worden niet allemaal verkouden.

Nous ne nous enrhumerons pas tous.

Let op dat ge niet verkouden wordt.

Fais attention de ne pas attraper froid.

- Kate heeft een verkoudheid.
- Kate is verkouden.

Katrin est enrhumée.

- Ik ben verkouden.
- Ik heb een kou gevat.

- J'ai attrapé un rhume.
- J'ai attrapé froid.

Hij was verkouden, maar ging toch naar zijn werk.

Même s'il avait un rhume, il est allé au travail.

Doe wat kleren aan, anders wordt je nog verkouden.

Habille-toi vite, tu vas prendre froid.

- Ik ben verkouden.
- Ik heb een verkoudheid te pakken.

- J'ai un rhume.
- Je suis enrhumé.

Ik ben thuis gebleven, omdat ik zwaar verkouden was.

Je suis resté à la maison car j'ai eu un rhume.

Ik ben blij te horen dat je ondanks de kou niet verkouden bent geworden.

- Je me réjouis d'entendre que tu ne t'es pas enrhumé en dépit du froid.
- Je me réjouis d'entendre que tu ne t'es pas enrhumée en dépit du froid.

- Ik ben verkouden.
- Ik heb een verkoudheid te pakken.
- Ik heb een kou gevat.

- J'ai attrapé froid.
- Je suis enchifrenée.

- Ik ben een beetje verkouden.
- Ik ben een beetje hees.
- Ik ben een beetje schor.

Je suis un peu enroué.

- Maria kan nauwelijks spreken; ze is verkouden.
- Maria kan bijna niet spreken; ze is hees.

Marie ne peut presque pas parler ; elle est enrouée.