Translation of "M'n" in French

Over m'n lijk!

Pas de mon vivant !

Kus m'n kloten!

Va chier !

Waar is m'n bril?

Où sont mes lunettes ?

Ik doe m'n best.

Je fais du mieux que je peux.

- Ik probeer mijn best.
- Ik probeer m'n best.
- Ik doe m'n best.

Je fais de mon mieux.

Heb je m'n zus gezien?

As-tu vu ma sœur ?

- Ik nam contact op met m'n ouders.
- Ik nam contact op met m'n moeders.

J'ai contacté mes parents.

Jemig! M'n computer is alweer vastgelopen!

Argl ! Mon ordinateur a encore planté !

- Over m'n lijk!
- Over mijn lijk!

- Par-dessus mon cadavre !
- Il faudra passer par-dessus mon cadavre !
- Il faudra me passer sur le corps !

M'n moeder is aan het bidden.

Ma mère prie.

Wat heb je met m'n boek gedaan?

Qu'as-tu fait de mon livre ?

Ik kan m'n schooltijd nog goed herinneren.

- Je me souviens bien du temps où j'étais écolier.
- Je me souviens bien du temps où j'étais écolière.

Ik nam contact op met m'n ouders.

J'ai contacté mes parents.

Ik speel eigenlijk Tetris met m'n levensonderhoud.

Cela signifie essentiellement que je commence à jouer à Tetris avec mes frais de subsistance

Er zit een monster onder m'n bed.

Il y a un monstre sous mon lit.

Vergelijk me alsjeblieft niet met m'n broer.

Ne me compare pas avec mon frère, je te prie !

Ik hou van m'n broers en zussen.

J'aime mes frères et sœurs.

Je houdt m'n hand vast op die foto.

Tu me tiens la main sur la photo.

- Ik doe mijn best.
- Ik doe m'n best.

Je fais de mon mieux.

- Verdwijn uit mijn bed.
- Verdwijn uit m'n bed.

- Dégage de mon lit !
- Dégagez de mon lit !
- Sors de mon lit !
- Sortez de mon lit !

- Waar is m'n bril?
- Waar is mijn bril?

Où sont mes lunettes ?

Ik heb geen geld meer in m'n portemonnee.

Je n'ai plus d'argent dans mon portefeuille.

Ik krijg heimwee als ik aan m'n familie denk.

J'ai le cœur gros lorsque je me souviens de ma famille.

- Ik hou van m'n leven.
- Ik hou van mijn leven.

- J'adore ma vie.
- J'aime ma vie.

De thee was zo heet, dat ik m'n tong verbrand heb.

Le thé était si chaud que je me suis brûlé la langue.

Ik startte m'n laptop op en liet hem een voorstel voor een boek zien

j'ai ouvert mon ordinateur et j'ai partagé une proposition de livre

- Ik voel me bij jou op m'n gemak.
- Ik kom bij jou tot rust.

- Je me sens détendu avec toi.
- Je me sens détendu avec vous.

- Jemig! M'n computer is alweer vastgelopen!
- O, mijn hemel! Mijn computer is weer vastgelopen!

Zut ! Mon ordi a de nouveau planté.

- Ik voel me hier niet op m'n gemak.
- Ik voel me hier niet prettig.

Je ne me sens pas à l'aise ici.

Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.

Après ça, je pars, mais je me rends compte que j'ai oublié mon sac chez eux.

Als je dat waterpistool wilt hebben, moet je er zelf maar voor sparen. Ik kan geen speelgoed voor je blijven kopen. Het geld groeit niet op m'n rug.

Si tu veux ce pistolet à eau, tu devras économiser pour te le procurer toi-même. Je ne peux pas continuer à t'acheter des jouets. Mon argent ne pousse pas sur les arbres.

- Daarna vertrek ik, maar dan realiseer ik me dat ik m'n rugzak bij hen thuis heb laten liggen.
- Daarna ging ik daar weg, maar ik kwam erachter dat ik mijn tas vergeten was.

Après ça, je pars, mais je me rends compte que j'ai oublié mon sac chez eux.